Enschede – Woensdag 4 november is burgemeester Onno van Veldhuizen na een besmetting met het coronavirus, uit het ziekenhuis ontslagen om thuis verder te herstellen. Tijdens het verblijf in het ziekenhuis heeft hij van veel kanten beterschapswensen en steunbetuigingen ontvangen. Daarvoor wil hij graag iedereen langs deze weg bedanken. De warme aandacht die hij tijdens het verblijf in het ziekenhuis en daarna ontving, heeft zeker bijgedragen om door het diepe dal van de coronabesmetting te komen.
Wat corona met iemand kan doen
Om u een idee te geven van wat een besmetting met corona met iemand kan doen, heeft de burgemeester zijn ervaring in onderstaande, open brief verwoord:
“Beste Stadsgenoten, Lieve Allemaal,
Trots was ik op mijn werkkracht en mijn energie; dat ik als 57-jarige 7700 meter in een half uur roeide, 37 km per uur gemiddeld kon fietsen. Ik was een alleskunner. Geen werk was mij te veel. Was ik bezig met Corona? Nou en of. Ik wilde het niet krijgen en ergens achterin mijn hoofd wist ik ook dat dat anders zou kunnen zijn. Ik fietste en roeide en werkte in oktober soms met een soort afscheid in mijn hoofd. “Nu ben je nog gezond”, waarschuwde een stemmetje. Intuïtie? Voorgevoel? Ja. Het is er, maar je laat het niet toe. Wat moet een rationeel mens er ook verder mee?
Nooit was ik méér in mijzelf; ik ben afgedreven, verwaaid in een ongekende storm naar een donker land. Ik vlieg in mijn koorts door een vernietigd landschap, waar hier en daar door kieren een zwak geel licht schijnt en soms een vreemd blauw licht pinkt. “Ja, zo is het”, denk ik en ben terug bij mijn rusteloos pompend hart, de hoge bloeddruk, de twee tellen in- en twee tellen uitademen. Vijf dagen 40 graden koorts. Ik voel hoe ik aan mijzelf ontglip, los moet laten, af moet haken en dat nog steeds absoluut niet wil. “Nee, we gaan niet in coma”.
Ik krijg een zuurstofmasker op. De lucht giert langs mijn kapotte en droge ogen. Het is alsof ik onder water ga, nog verder de hoek in waar ik uit wil. Ik zeg dat ik het zo niet red. Een jonge dokter omarmt me. Het is aandoenlijk. Hij zegt dat het mentaal loodzwaar is. Dat triggert mij. In ‘mentaal loodzwaar’ ben ik heel goed. Ik ga de nacht in, die komt met voortdurend bezoek.
Witte gestalten, brillen, kapjes, paarse en groene netjes op het haar, klompjes in kleuren, vervormde stemmen, gedempte geluiden, iedereen is iedereen. Allemaal jong, professioneel, menselijk, vriendelijk, belangstellend, tot in alles zorgzaam. Een zorggilde waarvan ik straks geen naam meer ken en geen gezicht herken. Corona staat als een muur tussen ons in en ontneemt ons onze identiteit.
Ik zoek dwars door al die lagen en linies hun ogen en stop er al mijn liefde in. Ik hoop dat ze het zien en voelen. Misschien dat ik die ogen ooit ergens in de stad weer terugvind. Ik zal het nooit vergeten. Ze hebben mij gered. Zo simpel is het. En niets is minder vanzelfsprekend. De oprechte steun en zorg, van alle kanten uit heel mijn leven, heeft mij enorm geholpen. Het was een groot en overweldigend cadeau, dat ik alle dagen bij mij draag en mij sterkt. Hopelijk is het lot mij en al die andere corona-patiënten goed gezind en gunt onze stad ons de tijd die we nodig hebben voor volledig herstel.
Onze stad die veerkracht leeft en zelf zo vaak weer beter opstond.
Het ga jullie allemaal goed, blijf gezond en zorg voor elkaar. Ik ben weer thuis.
Onno van Veldhuizen,
Burgemeester van Enschede”