Den Haag – Agenten hielden zondagmiddag 8 november een automobilist aan na een achtervolging. Bij de aanhouding werden er schoten gelost door agenten.
Agenten zetten de achtervolging in nadat zij zagen dat de automobilist op de Thomsonlaan door rood reed en vervolgens een stopteken negeerde. Op de Parallelweg kon de automobilist niet verder en keerde om. Nadat hij omkeerde reed de man vermoedelijk met opzet tegen een politieauto. Hierop werd er door agenten schoten gelost in de richting van de automobilist. De agent in de politieauto raakte lichtgewond en is in het ziekenhuis behandeld aan zijn verwondingen. De politieauto liep forse schade op.
Bewuste aanrijding was aanleiding schoten
Ook het voertuig van de automobilist raakte door deze aanrijding zwaar beschadigd. Een stuk verderop op de Parallelweg kwam het voertuig tot stilstand. De verdachte vluchtte te voet uit de auto. Er werd een achtervolging ingezet. Omdat de man weigerde te stoppen werd er een waarschuwingsschot gelost. Op de Naaldwijksestraat kon de man worden aangehouden. Bij de schoten raakte de verdachte niet gewond. De verdachte, een 25-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats, is overgebracht naar een politiebureau waar hij zal worden gehoord.
Zoals gebruikelijk wordt er intern een onderzoek opgestart om te beoordelen of het geweld dat door de agenten gebruikt werd rechtmatig was.
Getuigen gezocht van
De recherche komt graag in contact met getuigen van het incident of met mensen die op een andere wijze over informatie beschikken. Heeft u informatie die de politie kan helpen in het onderzoek? Belt u dan met 0900-8844. Blijft u liever anoniem, belt u dan met Meld Misdaad Anoniem, telefoon 0800-7000.
Wanneer mag een agent schieten?
De politie is bevoegd om geweld te gebruiken om haar taak, de handhaving van de rechtsorde, uit te voeren. Het gebruikte geweld moet altijd in verhouding staan tot de situatie en het misdrijf. Dit wordt ook wel ‘proportioneel en subsidiair’ genoemd. Tijdens een gevaarlijke situatie probeert de politie te de-escaleren. Pas op het laatste moment pakt de agent zijn vuurwapen. Hij kan een waarschuwingsschot lossen. Wanneer er sprake is van noodweer heeft een agent vaak geen tijd om te de-escaleren. Hij is dan bevoegd om gelijk te schieten. Een agent mag ook schieten om iemand aan te houden die van een ernstig feit verdacht wordt. In die situaties heeft de agent geleerd op de benen van de verdachte te richten. Wanneer er sprake van noodweer is, mag de agent op de romp van de verdachte schieten.