Onze redactie ontving volgende verzoek: “Hierbij stuur ik u de open brief die ik aan Ds. Kort van de Oud Gereformeerde Gemeente in Krimpen aan den IJssel heb geschreven naar aanleiding van de uitzending van BNNVara BOOS op YouTube. Ik heb deze brief uit persoonlijke overwegingen gestuurd en hoop dat velen mijn voorbeeld volgen om een voorbeeld te stellen dat dit niet de identiteit van Krimpen aan den IJssel mag zijn. Ik hoop dat u deze brief openbaar wil posten.”
Wij willen dit verzoek respecteren. U leest hier dus een persoonlijke ervaring en geen redactioneel artikel. Wel heeft onze redactie enkele tussenkoppen geplaatst om de alinea’s te onderscheiden. Overigens staat het iedereen vrij een andere ervaring met ons te delen.
Open brief
Geachte Ds. Kort,
Recentelijk is er een aflevering van het programma BOOS uitgezonden, die diep inging op uw uitspraken betreffend “het uitbannen van het abnormale”. Ik ben bij u om de hoek opgegroeid, ik ben geboren en getogen in de Vogelbuurt achter de kerk en heb hier met veel plezier 23 jaar gewoond, alvorens mijn ouderlijk huis te
verlaten, en woning te nemen in de wijk Boveneind.
Zelf ben ik niet christelijk opgegroeid, mijn familie heeft enkele generaties geleden afstand genomen van de kerk. Om als ongelovige, of zoals ik zelf meestal zeg als ‘heiden’, op te groeien in een hechte kerkbuurt is een bijzondere ervaring. Mijn ouders hadden mij uitgelegd dat christenen in God geloven en op zondag naar de
kerk gaan. Meer uitleg hebben mijn ouders niet gegeven en dat was ook niet nodig.
Spelen op het pleintje
Als achtjarig kind speelde ik graag met mijn skateboard op het pleintje voor de ingang van de Mieraskerk en reed ik van de rolstoel-toegang af. Niet dat ik kon of kan skaten, ik zat meestal met alle vier mijn ledematen op de plank. Ik mocht altijd spelen bij de kerk, zelfs op zondag was dat geen probleem, indien ik geen
overlast verzorgde tijdens de dienst en niemand in de weg liep tijdens het binnenkomen.
Uiteraard vonden niet alle kerkbezoekers dit altijd even prettig, maar de meneer van de kerk zei dat het mocht. En toen andere kinderen in de buurt mij een keer aan het pesten waren, kwam de meneer van de kerk deze jongens wel even streng toespreken. Het was voor mij dan ook onvoorstelbaar om te zien hoe onwelkom Tim en Leon werden opgevangen rondom de Mieraskerk. Een buurt waar ik zo welkom ben.
Gewoon opgroeien met elkaar
Als kind zijnde heb ik gewoon kunnen opgroeien tussen de christenen zonder te ervaren wat precies het verschil was. Kennelijk geldt dat niet voor mensen die anders geaard zijn, mensen die u abnormaal vindt. Mensen die hier volgens uw interpretatie van de Heer niet mogen zijn. Het feit dat u iets tegen mensen heeft met een andere geaardheid, huidskleur, afkomst en cultuur vind ik een naar feit om te horen. Maar u laat het hier niet
bij.
Brief
U moest een brief sturen naar de gemeente waarin u anderen oproept dit ‘abnormale’ uit te bannen. Naar mijn inziens is dit niks minder dan aanzet tot geweld. In de titel van de aflevering BOOS wordt het woord verbannen gebruikt. Ik vind dat u hier goed mee wegkomt, want nergens in uw brief spreekt u over verbannen. Verbannen zijn namelijk nare dingen zoals: “Pleur lekker op naar je eigen land!”, “Verscheep alle criminelen naar Australië.” en “een muur om mensen hun land heen bouwen om hun cultuur te beschermen”.
Uitbannen
Maar u spreekt niet over verbannen, u ziet geen plek voor homoseksuelen. U spreekt over uitbannen, en bij het uitbannen van mensen, zie ik niks anders voor me dan brandstapels, concentratiekampen en moord. En u heeft het lef gehad dit als taak van onze overheid te bestempelen. Ik ben opgegroeid op die tegels, waar een cameraman heeft moeten wegrennen voor zijn veiligheid en waar ik heb leren fietsen. Een opvolgbezoek van de Telegraaf werd op dezelfde manier ontvangen, en dat allemaal in de straten waar ik ben opgegroeid. Dat is
voor mij ‘mijn gewijde grond’ die uw volgelingen ontheiligen.
Aanspreken
Spreekt u uw parochie aan over de intimidatie, over de verbale agressie en de bedreigingen die zijn geuit of moedigt u juist hen aan de eerste steen naar een journalist te werpen?
Groeten,
Lucas van Milligen
Bron: brief van Lucas van Milligen