Vanaf 6 mei hangt er in het Holstohus een expositie van foto’s over insecten van inwoners van Olst, die we niet vaak van dichtbij te zien krijgen. Tenzij we er zelf met onze mobiele telefoon op uitgaan, zoals de makers van deze ‘portretten’ hebben gedaan. Zij legden vorig jaar namelijk prachtige beelden vast van insecten die zij tegenkwamen op de routes in het zuiden van Olst, waarlangs zij het hele seizoen lang vlinders, hommels, libellen en andere ‘noabers’ telden en identificeerden. Wat leeft er in Olst? De verzameling is er tot en met 4 juni te bewonderen.
Biodiversiteit in Olst
In 2020 onderstreepte het nieuwe landelijke Innovatiefonds Samen voor Biodiversiteit zijn oprichting met een eerste ronde van schenkingen. Bij de eerste 8 gelukkige organisaties die uit 130 aanvragen werden geselecteerd, waren er maar liefst 2 die in Olst-Wijhe actief zijn. Eén daarvan is Stichting Eetbaar Olst-Wijhe, die met behulp van vrijwillige ‘noabers’ werkt aan meer biodiversiteit en (eetbaar) groen in de gemeente.
Project Duizend Bloemen
Met het voorgestelde project Duizend Bloemen scoorde ‘EOW’ dus direct, en dankzij de schenking kan zij haar doelen tot eind 2022 blijven financieren. Eén van de initiatieven waarin dat zichtbaar zal blijven, is de aanleg van het Groene Lint langs de Kneu in het zuiden van Olst. In de eerste fase daarvan hebben tientallen noabers eind november vorig jaar meegedaan aan het planten van honderden struiken en bomen.
Citizen Science-project
Minder zichtbaar bleef tot nog toe een ander onderdeel van Duizend Bloemen: het citizen science-project. Een lokaal initiatief in ‘burgerwetenschap’ – een term die duidt op het verzamelen van gegevens over flora en fauna door ‘gewone mensen’. Je hoeft er niet voor doorgeleerd te hebben, en je hoeft ook niet voor een groene organisatie te werken. Wie hier aan meedoet, is in de letterlijke zin een ‘amateur’: een liefhebber. Dankzij vele duizenden van deze liefhebbers komen allerlei natuur- en milieuorganisaties aan veel van hun gegevens.
Dat geldt onder meer voor de Vogelbescherming, en ook voor de Vlinderstichting. Feit is dat deze ‘gewone mensen’ op allerlei ‘gewone plekken’ waarnemingen kunnen doen, en simpelweg door hun aantallen voor heel veel data kunnen zorgen – veel meer dan alle groene professionals dat met elkaar zouden kunnen. Deze vorm van burgerwetenschap is populair aan het worden. Zo is het aantal deelnemers aan de nationale Tuinvogeltelling sinds 2020 verdubbeld tot ruim 170.000.
Liefhebbers leveren ‘ruwe’ data
Nu is die actie natuurlijk ooit klein begonnen, en dat geldt ook voor het tellen van vlinders, hommels en libellen in Olst. Daarvoor heeft Olstenaar Willibrord Schuurman, een hele actieve natuurliefhebber, in 2021 een aantal routes bepaald, in overleg met de Vlinderstichting. Zo’n route is een zelf getrokken spoor, dat je in het seizoen regelmatig volgt, bijvoorbeeld elke week of 14 dagen. Je loopt het langzaam af en kijkt heel goed om je heen, met een notitieboekje, mobieltje met camera en herkenningsapps, misschien een verrekijker en referentieplaatjes.
Secties van 50 meter
Elk spoor is onderverdeeld in kortere secties van 50 meter, zodat je als ‘teller’ preciezer kunt aangeven waar je welke soorten hebt gezien. Al die gegevens – namen, aantallen en locaties – geef je door, aan Willibrord. Hij voert deze ‘ruwe’ data in via zijn account, en zo landen die in het systeem van de Vlinderstichting. En dankzij zulke data, die vanuit het hele land bij elkaar komen, kan de Vlinderstichting dan in beeld brengen welke trends er zijn, voor welke soorten, in welke delen van het land.
Nulmeting insecten
Eén van de routes waar vorig jaar vlinders en hommels zijn geteld, is met opzet langs de Kneu gelegd. De gegevens die daar zijn verzameld, vormen met elkaar een ‘nulmeting’: daarin is de insectenstand vastgelegd vóórdat er een ingreep komt, waarvan je graag op termijn de effecten wilt kunnen bepalen. Vervolgens is daar dus eind november – na het insecten-hoogseizoen – deel 1 van het Groene Lint aangelegd. De bermen zijn er ingezaaid met bloemenmengsels, er zijn honderden struiken geplant, en die zullen de komende jaren voor veel meer voedsel, schuil- en nestelplekken voor insecten gaan zorgen. En dat zou natuurlijk dankzij de tellingen zichtbaar moeten worden.
Loop eens mee
Via de foto-expositie maak je kennis met een deel van de uiterst nuttige ‘noabers’, die zich vorig jaar hebben laten zien. Er zijn echt prachtige vlinders en andere insecten bij. Die zou je dus zelf ook in de omgeving kunnen tegenkomen, en fotograferen. Mocht je je ook echt verder willen verdiepen in deze wonderbaarlijke wereld, dan ben je van harte welkom om eens mee te lopen op zo’n route. Niemand wordt met kennis van insecten geboren; die bouw je op. En laagdrempeliger dan zo’n ‘snuffeltripje’ is er voor een begin nauwelijks denkbaar.
Lokale bedreiging
‘Insectenpracht in Olst’ opent vlak na de aankondiging dat er in de gemeente voor het eerst preventieve bestrijding van de eikenprocessierups wordt toegepast. Dat betekent dat eikenbomen worden bespoten, en daarmee wordt mogelijke overlast door een teveel aan rupsen voorkomen, maar zo’n middel bedreigt ook heel veel andere insecten. Terwijl er volop insecten zijn die de rups in toom kunnen houden – als er ter plekke maar voldoende biodiversiteit is!
Eetbaar Olst-Wijhe
Eetbaar Olst-Wijhe maakt zich daarom grote zorgen over deze aanstaande ingreep, die de situatie per saldo juist onnodig achterop gaat brengen. Ook hierover heeft de Vlinderstichting gegevens, en documentatie waarin zij juist adviseert om heuse plagen te voorkomen door de biodiversiteit structureel te verhogen. Moge de foto-expo in het Holstohus daarvoor ook in Olst inspiratie voor aanreiken!
Expositie ‘Insectenpracht in Olst’, 6 mei t/m 4 juni in Holsthus, Jan Schamhartstraat 5, Olst