Barendrecht – De gemeente Rotterdam gaat in beroep tegen het besluit van het kabinet om de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) een vergunning te verlenen voor oliewinning uit het Rotterdamse olieveld tot het jaar 2035. Dat heeft de Rotterdamse wethouder Chantal Zeegers (klimaat, bouwen en wonen) gisteren tijdens de raadsvergadering aangegeven. De gemeente Barendrecht, op wiens grondgebied het olieveld zich ook deels bevindt, ondersteunt dit beroep.
Gemeente Barendrecht zegt steun toe
Wethouder Lennart van der Linden van de gemeente Barendrecht heeft deze steun toegezegd aan de Rotterdamse wethouder Chantal Zeegers. “Ik deel haar zorgen over de onveiligheid die de oliewinning kan veroorzaken voor de bewoners van dit gebied. Het gaat dan bijvoorbeeld om bodemdaling en mogelijke bevingen.” Van der Linden reageert daarmee onder andere op het statement van staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw die eerder aangaf dat de veiligheid van omwonenden “het allerbelangrijkste” is.
Belang
De gemeente Barendrecht tekent overigens zelf geen beroep aan tegen te beslissing van het kabinet. “Daarvoor is het betrokken grondgebied binnen onze gemeente, en daarmee ons belang, te klein,” stelt wethouder Van der Linden. “Maar we staan pal achter de gemeente Rotterdam om, in het belang van onze bewoners, deze vergunning tegen te houden.”
Zienswijze
De gemeente Barendrecht heeft eerder al het ministerie van Economische Zalen en Klimaat (EKZ) dringend verzocht niet akkoord te gaan met de voorgenomen vergunning. Een zienswijze hierover heeft de gemeente op 18 januari 2022 naar het ministerie verzonden. Hierin gaf Barendrecht aan dat bewoners angst hebben voor ‘Groningse toestanden’ en bevingsrisico’s. Een ander argument was dat de oliewinning de kwaliteit van de ondergrond verslechtert en dat dit invloed kan hebben op de kwaliteit van de zoetwatervoorraad en mogelijkheden voor duurzame energieopwekking als toepassing van geothermie.