De Stichting Laat Woerden Niet Zakken voerde samen met 10 gemeenten en de provincies Utrecht en Zuid-Holland succesvol juridische strijd tegen het ‘verlengen’ van de verlopen opsporingsvergunning Utrecht1. De rechtbank Midden-Nederland sprak vandaag uit dat het door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat genomen besluit is vernietigd. Ook in deze uitspraak bevestigt de rechtbank dat de belangen van de stichting en overheden, waaronder het effect van gaswinning op natuur en milieu, meegewogen moeten worden. Dit heeft het Ministerie nagelaten.
Mijlpaal
Met deze overwinning bereikt de Stichting Laat Woerden Niet Zakken een mijlpaal: niet eerder waren alle randvoorwaarden voor gas- en oliewinning in en onder Woerden juridisch gezien zo wankel. We sommen op:
- Het ‘verlengen’ van de verlopen opsporingsvergunning Utrecht: vandaag vernietigd.
- De gewijzigde winningsvergunning Papekop: besluit vernietigd op 29 augustus 2022.
- Het winningsplan Papekop: niet conform de Mijnbouwwet, aldus minister Kamp in 2015.
- Ruimtelijke vergunningen: MER-onderzoek en bestemmingsplan/omgevingsplan missen nog,
zie raadsinformatiebrief nr. 53 van 2022, aldus gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Stichting en andere partijen tevreden
Namens het bestuur van de Stichting licht voorzitter Elias Bom toe: ‘Wij zijn zeer tevreden met deze uitspraak. Het bevestigt dat het Ministerie nog opereert in de geest van de oude wetgeving waarbij men alleen samen met gas- en oliemaatschappijen hoefde te praten.
Die tijden zijn al lang voorbij want er zijn veel meer belangen die sinds ‘Groningen’ meewegen. Wij vinden het ondanks de tevredenheid met de uitspraak wel teleurstellend dat verschillende overheden juridisch armpje moeten drukken in de rechtszaal, dan gaat er in bestuurlijk Nederland toch iets mis. Dat is geheel voor rekening van de Minister.’
Hoe nu verder
De Stichting Laat Woerden Niet Zakken vertrouwt erop dat het Ministerie van Economische Zaken (en Klimaat) uitvoering geeft aan de uitspraak van de Rechtbank en daarmee de wet zal volgen. De Minister kan zich overigens nog verzetten tegen de uitspraak in hoger beroep bij de Raad van State.
