Gemeente Enschede wil het gebruik van deelvervoer stimuleren. Op het Kennispark in Enschede zijn daarom als proef 25 deelmobiliteithubs gerealiseerd. Dit zijn vakken waar gebruikers van deelvervoer hun voertuig moeten stallen. Op die manier voorkomen we dat voertuigen tot parkeeroverlast in de openbare ruimte leiden. Enschede ontvangt van het Rijk een subsidie van 500.000 euro voor de verdere uitrol van deelmobiliteithubs. In het voorjaar van 2023 is Enschede-Noord als eerste stadsdeel aan de beurt.
Dekkend netwerk in Enschede
De proef op het Kennispark richt zich op reizigers die hun auto parkeren bij het FC Twente-stadion. Zij kunnen het laatste deel van hun reis dan vervolgen met een deelvoertuig. Ook richt de proef zich op studenten die steeds meer gebruik maken van deelvervoer. Gemeente Enschede heeft samen met de gebiedsorganisatie Kennispark en de Universiteit Twente een netwerk aangelegd van deelmobiliteithubs. Daardoor is het mogelijk om deelvoertuigen bij meerdere locaties terug te brengen: het ‘back to many’ systeem. Dat betekent dat hier het free floating, ofwel het vrij parkeren, niet langer is toegestaan.
Vaste plek zorgt voor herkenning
Op basis van de ervaringen met de deelmobiliteithubs op Kennispark wil Enschede de komende jaren het netwerk wijk voor wijk uitbreiden. Met de subsidie van € 500.000 vanuit het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat wil de gemeente minimaal 150 deelmobiliteithubs realiseren. Het gaat daarbij om regiohubs, wijkhubs en buurthubs. ‘Steeds meer inwoners maken gebruik van deelvervoer en dat juichen we van harte toe. Het betekent wel dat we het goed met elkaar moeten regelen’, vertelt Wethouder Mobiliteit Marc Teutelink.
‘Bij het vaststellen van de locaties betrekken we de inwoners in de buurten. We verwachten dat zij de hubs steeds beter gaan gebruiken. Een vaste parkeerplek zorgt daarbij voor herkenning en duidelijkheid en voorkomt overlast’.