Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie brachten maandag 5 december een werkbezoek aan Twente. Op uitnodiging van de gemeenten Enschede, Hengelo en Almelo spraken zij in Almelo over de energietransitie. De drie steden staan met de stedelijke corporaties en diverse marktpartijen een radicaal andere aanpak voor als het gaat om de energietransitie. Geen afzonderlijke subsidies en regelingen waar inwoners in verzeild raken, maar één toegankelijke en complete energieregeling. De Twentse steden vragen 846 miljoen euro van het Rijk om inwoners te ondersteunen die het op eigen kracht niet lukt te verduurzamen.
Bezoek ministers
De gedeelde ervaring van de Twentse gemeenten bij de verduurzamingsopgave is dat de huidige structuur van regelingen belemmerend werkt. Obstakels om er gebruik van te maken zijn onder meer laaggeletterdheid, geen geld en weinig vertrouwen in de overheid. Tijdens een huisbezoek aan twee gezinnen in de Almelose wijk Nieuwstraatkwartier vertelden inwoners aan de ministers De Jonge en Jetten waar zij tegen aanlopen als het gaat om verduurzaming van hun eigen woning. Eén gezin kon hun huis opknappen dankzij de gemeentelijke regeling woningverbetering en -verduurzaming. Een ander echtpaar vertelde over het Warmtefonds van het Rijk waar ze tevergeefs een beroep op deden.
‘Ieder formulier een drempel’
“Voor inwoners is ieder formulier een drempel, ieder noodzakelijk vinkje een hobbel en iedere voorfinanciering een risico”, stelt wethouder Jeroen Diepenmaat uit Enschede. Zowel Enschede, Hengelo als Almelo kennen wijken met huishoudens met hoge energiekosten, een laag inkomen en slecht geïsoleerde huizen. Energiearmoede is hier een groot probleem en inwoners lukt het niet op eigen initiatief hun koop- of huurhuis te verduurzamen.
Tijd is van aanpakken en doen
De Twentse gemeenten benadrukten tijdens het ministeriële werkbezoek dat het nu de tijd is van aanpakken en dóen. “Isoleren in plaats van plannen schrijven. Nieuwe kozijnen in plaats van een procesaanpak”, illustreerde Claudio Bruggink, wethouder in Hengelo, de pilot. Hengelo, Almelo en Enschede, de stedelijke corporaties en diverse marktpartijen stellen een gebiedsgerichte aanpak voor waarbij de komende jaren meer dan 10.000 huizen energieneutraal kunnen worden.
Daarbij wil Twente grootschalige, industriële renovatie- en verduurzamingsprojecten combineren met de kennis en ervaring van een wijkgerichte, sociaal maatschappelijke aanpak, zoals opgedaan in onder andere Almelo. Wethouder Eugène van Mierlo van Almelo: “Onze ervaring laat zien dat verduurzaming van woningen en de aanpak van sociale leefbaarheid elkaar versterken. De energietransitie is daarmee ook een belangrijke sociale transitie.”
Twentse Ontzorg Financiering
Twentse steden willen hun inwoners nu een oplossing bieden. Tijdens het werkbezoek lanceerden ze hun plan voor de Twentse Ontzorg Financiering (TOF). TOF betekent de onorthodoxe aanpak waarbij de Twentse steden het Rijk vragen om in één keer het totale bedrag uit te betalen dat gemoeid is met de talrijke Rijksregelingen voor de energietransitie. Op die manier hoeven inwoners niet te voorfinancieren. Twente kan inwoners dan een compleet ontzorgingspakket bieden.
Dit versnelt de energietransitie, vergroot het wooncomfort van inwoners en verlaagt hun energierekening. Twente heeft als innovatieve bouwregio hiervoor bovendien alles in huis. Door goede en langjarige afspraken te maken met bouw- en installatiebedrijven wordt vertraging voorkomen en kunnen samen met corporaties sneller stappen gezet worden.
Renovatiepakketten
Eén van de succesvolle innovaties is INDU-ZERO. Dankzij de door corporaties, bouwers en onderwijs ontwikkelde aanpak kunnen grote groepen woningen uit bouwjaar 1950 -1985 op industriële wijze worden verduurzaamd. Bewoners profiteren van laag energieverbruik en een hoog comfort lichtte Erik Markvoort van WoONTwente toe aan ministers De Jonge en Jetten.
De renovatiepakketten waarmee in Enschede is geëxperimenteerd, maken nul-op-de-meter-renovaties mogelijk tegen bijna de helft van de huidige kosten. De voorgestelde, pragmatische aanpak vraagt eenmalig inzet van de ministeries, maar leidt daarna tot minder administratie, minder controle en meer resultaat is de overtuiging.