Krimpenerwaard – Woensdag 19 april onthult burgemeester Pauline Bouvy-Koene een herdenkingsbord voor twee oorlogsslachtoffers op de begraafplaats in Willige Langerak. Op het bord is een foto geplaatst en een korte levensgeschiedenis van Clarence Ash (1919 – 1944) en Arie Cornelis Hoogendoorn (1923 – 1945).
Clarence Ash
Engelsman Clarence Ash behoort tot het 2nd South Staffordshire Regiment. Dit Regiment vertrekt op 17 september 1944 vanaf RAF-basis Brize Norton bij Oxford. Die middag landen de B- en D-compagnies van het South Staffordshire Regiment met hun Horsa-gliders (zweefvliegtuigen) in landingszone S, ten noorden van Wolfheze.
De A-compagnie, waartoe Clarence behoort, wordt de volgende dag om 7.30 uur ingezet in de omgeving van het Arnhemse gemeentemuseum. Slechts twee uur later heroveren de Duitsers deze omgeving. De eenheid van Clarence trekt zich terug.
De geallieerden moeten constateren dat de overmacht van de Duitsers te groot is. Helaas mislukt operatie Market-Garden.
De restanten van de Engelse, Canadese en Poolse troepen proberen in de nacht van 25 op 26 september, in bootjes over de Neder-Rijn, een goed heenkomen te zoeken. Velen worden door de Duitsers gedood of verdrinken.
Ook Clarence komt hierbij om het leven. Op 18 november spoelt zijn lichaam aan ongeveer tachtig kilometer verderop in de Lek bij Willige Langerak. Hij wordt gevonden door Jaap Bestebroer en Jan van Holten.
Arie Cornelis Hoogendoorn
Arie is geboren in Willige Langerak. Als hij 14 jaar is gaat hij bij een boer werken en haalt daarnaast de nodige landbouwdiploma`s.
Voor het arbeidsbureau in IJsselstein vertrekt Arie op 27 juli 1943 vanuit Utrecht richting Duitsland. Hij wordt tewerkgesteld in het kader van de Arbeitseinsatz.
Op 2 augustus wordt hij aan het werk gezet in een ijzergieterij te Weidenau/Sieg.
Die ene keer dat hij met verlof thuiskomt om zijn ouders en broer Koos te bezoeken, is hij optimistisch over zijn kansen om de oorlog te overleven. Terug in Weidenau gaat het mis. De fabriek wordt door de geallieerden gebombardeerd. Ternauwernood overleeft Arie dit bombardement.
Hierna krijgt hij een nieuwe taak van de Duitsers opgedragen. Hij moet als verkenner voorop een Duitse vrachtwagen meerijden en alarm slaan als hij geallieerde vliegtuigen ziet. Tijdens één van deze tochten loopt Arie, mede door slechte kleding en ondervoeding, een zware long- en keelontsteking op.
Hij ligt vier weken in een bunker zonder medische hulp. Als hij uiteindelijk naar een ziekenhuis wordt gebracht is het te laat.
Arie overlijdt op 21 april 1945 en wordt in de tuin van het ziekenhuis begraven. Op zijn graf wordt een houten kruis geplaatst. Zijn ouders wensten dat hun zoon in Willige Langerak begraven wordt. Na een lange correspondentie gebeurt dit uiteindelijk op 31 augustus 1951.
Herdenkingsborden
De gemeente Krimpenerwaard hoopt dat er met het plaatsen van herdenkingsborden blijvende aandacht is voor de oorlogsslachtoffers en hun verhalen. Eerder werden borden geplaatst op de begraafplaats in Krimpen a/d Lek, Lekkerkerk, Gouderak en Haastrecht.
Het is de bedoeling dat ook oorlogsslachtoffers op de overige begraafplaatsen in de gemeente een herdenkingsbord krijgen. Om hen te eren en nooit te vergeten.