Overheden zijn sinds 2013 verplicht hun rekeningen aan ondernemers binnen 30 dagen te betalen. Sinds juli 2022 geldt dit ook voor betalingen van het grootbedrijf aan het mkb. 96,1% van de ministeries en 93,5% van de provincies betaalden in 2022 op tijd. Leveranciers die een rekening stuurden naar gemeenten, moesten in 2022 langer op hun geld wachten. Slechts 62,4% van alle gemeenten betaalde meer dan 90% van de facturen binnen de termijn van de leverancier. Dat schrijft minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) aan de Tweede Kamer.
“De rekeningen van ondernemers moeten op tijd worden betaald. Dat geldt zowel voor bedrijven onderling, als voor betalingen van de overheid aan ondernemers. Naast de wettelijke plicht, heeft de overheid ook een voorbeeldfunctie. Gemeenten moeten harder hun best doen om te zorgen dat hun leveranciers tijdig hun geld krijgen”, aldus Adriaansens. De minister gaat in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om te bezien wat gemeenten nodig hebben om de facturen van ondernemers wel op tijd te betalen.
Betaling grootbedrijf aan mkb
Om te zorgen dat grote bedrijven mkb-ondernemers op tijd betalen, is op 1 juli 2022 de maximale betaaltermijn voor commerciële transacties van grootbedrijven naar mkb-ondernemingen verkort van 60 dagen naar 30 dagen. In 2022 schommelde de gemiddelde betaaltermijn van het grootbedrijf aan het mkb tussen de 40 en 43 dagen.
Wenselijkheid nalevingstoezicht door overheid
In opdracht van minister Adriaansens heeft bureau AEF onderzocht of het instellen van publiek toezicht op de naleving van de betaaltermijn door het grootbedrijf op dit moment zinvol en wenselijk is. AEF concludeert dat dit nu niet het geval is. De effecten van de ‘Wet verkorten wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen’ zijn namelijk nog niet bekend, omdat er een overgangsregeling van een jaar gold voor overeenkomsten die voor de wetswijziging waren gesloten. Sinds 1 juli 2023 zijn alle overeenkomsten tussen het grootbedrijf en het mkb pas gebonden aan een maximale betaaltermijn van 30 dagen.
Daarom heeft Adriaansens besloten om bij de evaluatie van de wet begin 2024 de mogelijkheid en wenselijkheid van overheidstoezicht nader in kaart te brengen. Op die manier wil zij meer zicht op de aard, omvang, concentratie en oorzaken van het probleem en alternatieve oplossingen. Hierbij betrekt zij ook informatie over de oorzaken en effecten van slecht betaalgedrag en mogelijke oplossingen uit andere landen van de Europese Unie.
Toezicht op de naleving door de overheid kan bedrijven namelijk stimuleren hun rekeningen tijdig te betalen, zo blijkt in Frankrijk en Polen. Maar publiek nalevingstoezicht kent ook nadelen. Het zet de relatie tussen de leverancier (mkb) en de afnemer (grootbedrijf) onder druk omdat de leverancier de trage betaling door zijn afnemer eerst moet melden. Ook vergt publiek toezicht veel overheidscapaciteit.
Alternatieve oplossingen voor snellere betaling aan ondernemers
Daarom wil de minister ook andere mogelijkheden onderzoeken om de betaaltermijnen van het grootbedrijf aan het mkb terug te dringen, zoals e-facturatie om betalingen in het bedrijfsleven te versnellen. Bovendien wil zij verkennen of de rapportageverplichting voor het grootbedrijf, die waarschijnlijk wordt opgenomen in Europese wetgeving, tot snellere betalingen aan mkb-leveranciers leidt.