Krimpenerwaard – Op dinsdagavond 7 november 2023 heeft de gemeenteraad de meerjarenbegroting 2024-2027 vastgesteld. De begroting laat zien welke kosten gemeente Krimpenerwaard verwacht voor de komende jaren en of zij daar voldoende geld voor heeft. Het is de gemeente weer gelukt om een begroting op te stellen die laat zien dat er volgend jaar genoeg geld is om de dienstverlening op peil te houden en de ambities uit het collegeprogramma “Vitaal Vooruit!” uit te voeren. Toch zijn er ook zorgen. Om die aan te pakken zijn het rijk en de provincie heel hard nodig!
Te weinig geld voor de taken van het rijk
Er speelt veel in ons land en voor veel van deze uitdagingen zijn gemeenten verantwoordelijk. Hierbij gaat het onder andere om woningbouw, opvang van vluchtelingen, de zorg voor kwetsbare jongeren en andere inwoners in het sociaal domein, veiligheid en ondermijning, het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen en de toekomst van het agrarisch gebied. De gemeenten krijgen wel deze taken, maar onvoldoende financiële middelen! In de begrotingsperiode (2024-2027) krijgt gemeente Krimpenerwaard een bedrag van €24 miljoen te weinig om de taken van het rijk uit te voeren. Het college en de raad blijven zich naar eigen zeggen vastberaden inzetten om dit te veranderen.
Vitaliteit vraagt om ruimte
“We willen een gemeente zijn waar het fijn opgroeien, leven, wonen en werken is, waar mensen naar elkaar omkijken en elkaar helpen en zich zo kunnen redden. Hiervoor is een sterke sociale basis van groot belang. Voor het versterken van een sociale basis en het behouden van vitale kernen moeten we kunnen bouwen. Bouwen van woningen, bedrijven en voorzieningen. Het is zaak dat de provincie ruimte geeft om als gemeente keuzes te maken en om daadwerkelijk te kunnen bouwen aan vitale kernen”, zo laat het college weten.
Krimpenerwaard staat er goed voor
Pascal van der Hek, wethouder financiën: “De gemeente Krimpenerwaard is, ook in verhouding tot andere gemeenten, financieel gezond. We hebben in de Krimpenerwaard niet fors hoeven te bezuinigingen. Onze voorzieningen kunnen we goed overeind houden. Daarnaast ben ik blij dat we de woonlasten relatief laag kunnen houden. Deze lasten zijn de laagste in de hele regio en liggen onder het landelijk gemiddelde. Wel is het (voor alle gemeenten) lastig om meerjarig financieel beleid te maken. Dit maakt dat we continu de afweging maken tussen inzet om onze ambities te bereiken, uitvoering van wettelijke taken, redelijke lasten voor onze inwoners en een gezonde financiële positie.”
