De bouw van de nieuwe gemeentewerf en milieustraat in Wijk bij Duurstede kan nu echt beginnen. Deze komen te liggen aan de Vogelpoelweg op bedrijventerrein Broekweg Noord. Het college besloot deze week de opdracht definitief bij de aannemers neer te leggen. Eind 2022 keurde de gemeenteraad van Wijk bij Duurstede het ontwerp voor de nieuwe milieustraat en gemeentewerf al goed.
De aannemers kunnen al snel starten met de bouw gemeentewerf
De twee aannemers maakten al deel uit van het bouwteam dat het ontwerp voor de nieuwbouw opstelde. ‘Het plan valt binnen het budget dat de raad heeft vastgesteld. De verwachting is dat de nieuwe milieustraat en gemeentewerf halverwege 2025 klaar zijn voor gebruik,’ zegt wethouder Jeroen Brouwer. De bouw start zo snel mogelijk. De huidige gemeentewerf en de milieustraat verhuizen in de loop van 2025 naar de nieuwe locatie.
‘We zijn blij dat de plannen werkelijkheid worden,’ aldus Brouwer. ‘Het is goed nieuws voor onze inwoners dat ze volgend jaar zomer al op de moderne milieustraat terecht kunnen. Voor de collega’s van Beheer is het vast even wennen na al die jaren aan de Middelweg Oost. Maar zij vinden ongetwijfeld snel hun draai op de nieuwe gemeentewerf.’
De nieuwe milieustraat zorgt voor grote verbeteringen
Op de nieuwe locatie wordt de afvalscheiding straks veel eenvoudiger. De containers staan in een diepe containerkuil, waardoor het makkelijker wordt afval in te leveren. Ook de doorstroming verbetert, wat lange files van auto’s moet voorkomen.
Het nieuwe gebouw is duurzaam en deels opgebouwd uit houtelementen met geperst stro en wandafwerking van gerecycled hout. Verder worden er groene daken aangelegd met zoveel zonnepanelen als nu technisch haalbaar is.
In de toekomst komt er nieuwbouw op de plaats van de oude milieustraat
De verhuizing betekent ook het afscheid van de meer dan 100-jarige boerderij op de werf. Deze krijgt later een nieuw te bepalen doel, dat past bij de plannen voor dit gebied. ‘Op de oude locatie aan de Middelweg Oost zijn nieuwe woningen gepland, die hard nodig zijn om de grote behoefte aan woonruimte iets te verlichten. Ook met de uitwerking van die plannen kunnen we nu nog harder aan de slag,’ eindigt Brouwer.