Op woensdag 1 mei lanceerde wethouder Hilbert Bredemeijer een speeloffensief waarmee speeltuinen grondig en in samenwerking met kinderen en ouders onder handen worden genomen. Zo kunnen kinderen veilig en prettig buiten blijven spelen en blijft er voldoende plek in Den Haag om te bewegen. De gemeente Den Haag trekt miljoenen uit om speeltuinen op te knappen en buitenspelen onder Haagse kinderen te bevorderen.
Speeloffensief
De noodzaak van het Haagse speeloffensief is groot. Den Haag is de meest dichtbevolkte stad van Nederland en kinderen spelen steeds minder buiten. De gemeente wil het tij keren en het buitenspelende kind prioriteit geven. Wethouder Hilbert Bredemeijer: “Kinderen horen buiten te spelen en plezier te maken. In de speeltuin zijn ze in beweging, leren ze samenspelen en ontdekken ze de wereld. Enorm belangrijk, zeker omdat steeds meer kinderen kampen met overgewicht. In sommige wijken zelfs één op de drie kinderen. Daarom zeg ik: weg bij de Playstation en hup in dat klimrek.”
Investeren in speelplekken
Den Haag telt op dit moment 114.000 kinderen, ruim één vijfde van de Haagse bevolking. Met de groei van de stad is het belangrijk dat er genoeg ruimte is voor kinderen om buiten te spelen. Sinds 2010 is daarom het aantal speelplekken van 400 naar 600 gegroeid. Met dit speeloffensief investeert de gemeente 7,3 miljoen in het opknappen van speeltuinen. Bovendien wordt het jaarlijkse onderhoudsbudget verhoogd. De komende tijd worden in ieder geval meer dan 75 speelplekken, verspreid over de hele stad, vernieuwd. Zo wordt de kwaliteit van de speelplekken gewaarborgd en kunnen kinderen prettig buitenspelen, waarbij er speciale aandacht is voor kinderen met een beperking.
Bredemeijer is trots op de investeringen. “Het is geweldig om een speeltuin in je wijk te hebben. Buitenspelende kinderen brengen levendigheid en plezier op straat, en versterkt het gemeenschapsgevoel in de wijk. Speeltuinen zijn voor erg veel mensen de belangrijkste plekken in hun wijk. In een dichtbevolkte en groeiende stad als Den Haag moet daar ruimte voor zijn.”
Samen met de buurt speelplekken opknappen
Het inrichten van speelplekken gebeurt samen met kinderen, ouders en buurtbewoners. Zij weten namelijk het beste wat de wensen zijn voor een speelplek. Hiervoor zet de gemeente buurtonderzoeken, kinderschouwen en online enquêtes in. Ook kunnen ouders en buurtbewoners meldingen doen als een toestel kapot is en helpen ze in verschillende wijken mee met het organiseren van speelactiviteiten en het beheer van de speelplek.