Het Openbaar Ministerie heeft vandaag in de rechtbank Limburg te Roermond gevangenisstraffen eisen, uiteenlopend van 21 maanden tot 11 jaar, in een omvangrijk drugsonderzoek. Daarin staat een crimineel samenwerkingsverband centraal. Dat hield zich volgens het OM bezig met het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, hasj en PMK.
In de rechtbank stonden vandaag 8 verdachten tussen 36 en 72 jaar oud terecht. Verder te noemen: de Wolf/Beretta-groep. De 8 mannen zijn afkomstig uit omgeving Eindhoven, Nijmegen, Zuid-Limburg en Bonaire. Het OM eiste in haar requisitoir, dat van 09 tot 18.15 uur duurde, onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 11 jaar, 10 jaar (2 maal), 9 jaar, 8 jaar (2 maal), 42 maanden en 21 maanden.
Onderzoek
Het onderzoek betreft een samenwerking tussen het arrondissementsparketLimburg (zaak Wolf, start in 2012) en het Landelijk Parket (zaak Beretta, start 24 februari 2012). De dubbele naam komt doordat lopende de onderzoeken pas bleek dat er raakvlakken waren tussen de onderzoeken en de samenwerking tot stand kwam: verdachten leken op onderdelen samen te werken bij het plegen van strafbare feiten en hadden een duidelijke rol- en taakverdeling. Om die reden werd besloten de onderzoeken in nauwe samenwerking voort te zetten en het als één geheel op zitting aan te bieden.
Rol- en taakverdeling
De Wolf/Beretta groep betrok cocaïne van een criminele organisatie in de Dominicaanse Republiek, die betrokken was bij grootschalige internationale handel van verdovende middelen naar diverse landen. Er werden onderling afspraken gemaakt over de verzending van de cocaïne, tijdens ontmoetingen in de Dominicaanse Republiek en Spanje. Maar er was ook veel contact via Blackberry PING-berichten en sporadisch telefonisch.
Deze verdovende middelen werden middels zeecontainers met deklading vanuit de haven van Caucedo in de Dominicaanse Republiek naar de haven van Antwerpen in België verscheept. Voor de ontvangst en de douaneafhandeling van de containers werkte de Wolf/Beretta groep nauw samen drie Belgen en hun assistente. Deze Belgische personen waren belast met het zoeken naar, dan wel het oprichten van Belgische bedrijven die de betreffende zeecontainers en de lading konden inklaren. Voor het verschepen van de containers werd gebruik gemaakt van gegevens van bestaande bedrijven, aangevuld met vermoedelijk fictieve zaakvoerders die gebruik maakten van niet geregistreerde Belgische telecommunicatienummers.
Daarnaast werkte de Wolf/Beretta groep samen met medewerkers van een overheidsdienst en/of een rederij in de Antwerpse haven. Die medewerkers konden volgen wat er met een container gebeurde en daarop invloed uitoefenen.
De verdachten hanteerden een duidelijke rol- en taakverdeling. Uit onderzoek is gebleken dat alle zes de personen elkaar voortdurend op de hoogte hielden van de stand van zaken en eventuele wijzigingen van de betreffende transporten en dat zij allen deelden in de winst. Hierbij troffen zij verregaande maatregelen om interventie van opsporingsdiensten te voorkomen, zoals gebruik van onder meer versluierd taalgebruik en PGP-software.
Drugstransporten
De leden van de Wolf/Beretta groep worden verdacht van betrokkenheid bij diverse drugstransporten
Eén transport dateert van 22 mei 2012 Een ander cocaïnetransport vanuit de Dominicaanse Republiek naar Antwerpen eind februari 2013, werd op het laatste moment door één van de verdachten tegengehouden. Het Belgische bedrijf dat de container zou ontvangen, was door hem reeds ingeschakeld om een container met ruim 3.000 kilogram hasj te ontvangen vanuit Pakistan. Deze is op 16 februari 2013 in de haven van Antwerpen in beslag genomen. Omdat de in de Dominicaanse Republiek tegengehouden container wel al voor transport was aangeboden, werd enkel de deklading van kratten met 600 m2 zogenoemde travertijn tegels getransporteerd.
In overleg met de Dominicaanse groepering was begin april 2013 een tweede container met cocaïne klaar voor transport. Uit onderzoek bleek echter dat op 14 april 2013 een hoeveelheid van 366 kilogram cocaïne door de Dominicaanse opsporingsautoriteiten in beslag was genomen. Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat deze in beslag genomen partij cocaïne bestemd was voor de Wolf/Beretta groep.
Ondertussen werden er ook andere containers binnengehaald in Antwerpen, via drie Belgische ontvangstbedrijven.
Ook is er op 1 juni 2013 een container uit China binnengekomen met daarin ruim 1800 liter PMK. Op 2 juni is het schip doorzocht. De lading bleek te bestaan uit flessen antivries. Een deel van de lading betrof echter 1800 liter PMK.
Omdat de Wolf/Beretta-organisatie twee containers in de haven had laten staan en niet had ingeklaard, besloot de Dominicaanse groepering die in augustus over een partij van 200 kilo cocaïne kon beschikken, op zoek te gaan naar geheel nieuwe ontvangstbedrijven en een nieuwe deklading. Men was bang dat, dat teveel argwaan had gewekt en daarom moest men weer op zoek naar een ander bedrijf. Alvorens de nieuwe partij verstuurd kon worden, werden de vijf andere verdachten in onderzoek Wolf/Beretta aangehouden.
Uitspraak
De zittingsreeks wordt vervolgd met de pleidooien. De uitspraak van de rechtbank staat gepland op 29 maart 2018.