In een onderzoek over de staat van de Haagse economie komt naar voren dat Den Haag vooroploopt wat betreft ondernemersklimaat voor impact ondernemers en bedrijven in de cybersecuritysector. Ook is Den Haag nog altijd een van de aantrekkelijkste steden van Nederland, zowel voor bezoekers als inwoners. Daarnaast zijn er ook aandachtspunten, zoals het tekort op de arbeidsmarkt, achterblijvende arbeidsproductiviteit en nog te weinig ruimte voor bedrijvigheid.
Het onderzoek ‘De Staat van de Haagse Economie’ wordt jaarlijks onafhankelijk uitgevoerd door de Haagse Hogeschool en RISBO in opdracht van de gemeente Den Haag. “Met dit onderzoek toetsen we of onze koers om de Haagse economie te ondersteunen de juiste is. En of er aandachtspunten zijn die nog niet op ons vizier staan. De resultaten gebruiken we om onze acties gerichter in te zetten,” aldus wethouder Economische ontwikkeling, Saskia Bruines.
Het onderzoek monitort jaarlijks de vier strategische doelen uit de Economische Visie: (1) attractieve stad voor bewoners, bezoekers en bedrijven, (2) veerkrachtige economische structuur, (3) excellent ondernemingsklimaat en (4) voldoende ruimte voor bedrijvigheid.
Uitdagingen en kansen
De Haagse economie groeit sinds 2019 harder dan daarvoor. Ook met het aantal banen gaat het goed: de afgelopen vier jaar stijgt het aantal werkplekken continu met meer dan twee procent. Steeds meer mensen die dat kunnen zijn ook daadwerkelijk aan het werk, 67% in 2022 tegenover 61% in 2014. Er zijn dus meer mensen om de werkplekken op te vullen. Toch blijft het tekort op de arbeidsmarkt een probleem voor zowel ondernemers als grote bedrijven. Hier ligt een kans in het stimuleren van arbeidsparticipatie.
Een andere uitdaging is de achterblijvende arbeidsproductiviteit. De groei in toegevoegde economische waarde per werknemer is maar beperkt. Een goede arbeidsproductiviteit is van belang voor bedrijven om te kunnen concurreren en te kunnen investeren in bijvoorbeeld vernieuwing, maar ook in maatschappelijke projecten. Investeren in kennis en technologie blijft belangrijk. Zo kunnen bestaande sectoren vernieuwen en nieuwe sectoren opbloeien.
Ruimte voor bedrijvigheid
Het aanbod voor bedrijfshuisvesting blijft krap in Den Haag. Zowel het aanbod kwalitatief hoogwaardige kantoren, als ruimte voor (kleinere) maakbedrijven is te laag. Ruimte voor bedrijvigheid is essentieel voor een groeiende, economisch gezonde stad. Zonder voldoende aanbod hebben bedrijven geen kans om (door) te groeien en is de stad niet aantrekkelijk voor nieuwe bedrijven om zich te vestigen.
Wethouder Bruines: “De ruimte die we hebben in Den Haag moeten we slim gebruiken. Bestaande bedrijfsruimte moet goed benut worden en leegstand moet worden tegengegaan. Tegelijkertijd vraagt een groeiende stad ook om voldoende ruimte om nieuwe en groeiende bedrijven een plek te kunnen bieden.”
Stad met impact
In Den Haag is het aantal impact startups relatief hoog in vergelijking met de andere grote steden. Vooral de sectoren cyberveiligheid, impacteconomie en recht zijn goed vertegenwoordigd in de stad. Deze bedrijven passen goed bij het profiel van Den Haag als stad van Vrede en Recht.
Het rapport laat zien dat Den Haag een goed ondernemersklimaat heeft. Met name de verbondenheid van bedrijven in kennisnetwerken en de ondernemerscultuur staan er goed voor in de stad.
Uniek profiel
Opvallend is de onverminderde aantrekkelijkheid van Den Haag voor zowel bewoners als bezoekers. Als enige grote stad direct gelegen aan zee, heeft Den Haag een uniek profiel. Daarbij komen nog de bijzondere historische binnenstad en het rijke culturele aanbod. Het aantal inwoners groeit dan ook gestaag, met 1,7% in 2023. De groei van de stad vraagt om het maken van keuzes om de stad leefbaar, bereikbaar en veilig te houden. Hier is in de begroting 2025-2028 structureel geld voor uitgetrokken.
Bekijk de commissiebrief en het hele rapport hier.
* Alle cijfers en analyses zijn gebaseerd op de meest recent beschikbare onderzoeksgegevens. Doorgaans zijn dit gegevens over het jaar 2022 en, als deze beschikbaar zijn, over 2023. Daar waar mogelijk, worden meer recente trends gesignaleerd op landelijk niveau, omdat deze statistieken vaak eerder gepubliceerd worden.
