De gemeente Gouda bereidt extra maatregelen voor om de steeds maar stijgende kosten van de jeugdzorg terug te dringen. Pijnlijke keuzes, zoals het inperken of afwijzen van zorg, worden daarbij niet uitgesloten. Dit kan leiden tot verschraling van het aanbod en lagere tevredenheid onder zorggebruikers.
“Dat gaat mij aan het hart en we proberen dat zo veel mogelijk te voorkomen”, zegt zorgwethouder Anna van Popering-Kalkman. “Tegelijkertijd zijn keuzes onvermijdelijk om de jeugdzorg voor de langere termijn toegankelijk en beschikbaar te houden voor kinderen en jongeren die deze zorg het hardst nodig hebben”.
Nu al besteedt de gemeente bijna de helft van haar begroting aan het sociaal domein (dat is de verzamelnaam voor alles wat te maken heeft met het welzijn van inwoners en met de gemeentelijke zorg en ondersteuning van inwoners met een hulpvraag). Het Rijk bepaalt voor een groot deel waaraan de gemeente in het sociaal domein geld moet uitgeven, maar betaalt daarvoor onvoldoende.
Jeugdzorg
“Dat is simpelweg niet houdbaar. Anders dan in sommige andere gemeenten heeft dat in Gouda nog niet geleid tot de sluiting van zwembaden of bibliotheken, maar ook wij kunnen iedere euro maar één keer uitgeven”, zei wethouder Anna van Popering-Kalkman vanavond (woensdag 13 november) tijdens de vergadering van de gemeenteraad over de programmabegroting 2025-2028.
Nieuwe Taskforce
Een nieuw ingestelde Taskforce binnen de gemeente brengt alle mogelijke aanvullende maatregelen in beeld en toetst deze op uitvoerbaarheid, haalbaarheid en (financiële) impact. Dit moet een pakket aan maatregelen opleveren waarover het college in het eerste kwartaal van 2025 met de gemeenteraad in gesprek wil. “Als college gaan wij verdere, ingrijpende maatregelen niet uit de weg. Daarbij is de steun van de gemeenteraad onontbeerlijk”, aldus wethouder Van Popering-Kalkman.
Sinds 2021 loopt in Gouda het programma ‘Sturen op zorg voor nu en straks’ en zijn al tal van maatregelen genomen. Die hebben effect. In 2022 kreeg in Gouda 1 op de 6,65 kinderen en jongeren tot 18 jaar jeugdhulp. In 2023 is dat aantal afgenomen tot 1 op de 7,2. Maar die daling blijft achter bij de aan het begin van deze bestuursperiode (2022) gestelde ambitie. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat de gemeente het destijds gestelde doel van 1 op 8 kinderen met jeugdhulp gaat halen. Dit leidt alleen al dit jaar tot een overschrijding van het jeugdzorgbudget met enkele miljoenen.
Lobby bij het Rijk
Ondanks alle (nieuwe) maatregelen van de gemeente heeft ook Gouda de rijksoverheid nodig om paal en perk aan de jeugdzorg te stellen. Wethouder Van Popering-Kalkman: “Het blijft in zekere zin dweilen met de kraan open zolang het Rijk onvoldoende middelen beschikbaar stelt en het recht op jeugdhulp onvoldoende afbakent. Dit betekent dat we onze lobby bij het Rijk om een adequate financiële bijdrage én de noodzakelijke afbakening van de Jeugdwet, via de VNG en via onze politieke partijen in de Tweede Kamer, onverminderd voortzetten”.
Bij de Jeugdwet gaat het om een zogeheten ‘open-einderegeling’; een regeling die inwoners recht geeft op een financiële bijdrage voor jeugdzorg van de gemeente als zij voldoen aan bepaalde voorwaarden. Het kenmerk van deze regeling is dat de uitgaven ervoor en het aantal gebruikers ervan niet gelimiteerd zijn (‘open einde’). Simpel gezegd betekent dit dat gemeenten in Nederland bij de vraag naar jeugdhulp voornamelijk ‘ja’ en nauwelijks ‘nee’ mogen verkopen.