Sporten kan op sportvelden of indoor, maar ook in de stad zelf. Daarom gaat de gemeente Den Haag de openbare ruimte in de stad sportiever en beweegvriendelijker inrichten. Hiervoor zijn nieuwe richtlijnen opgesteld. Door voldoende en goede beweeg- en sportruimte mee te nemen bij de ontwikkeling van de stad en straten en parken sportiever in te richten, wil de gemeente sporten zo makkelijk mogelijk maken en bewoners uitnodigen om meer te bewegen.
Sportwethouder Hilbert Bredemeijer: “In Den Haag moet iedereen lekker kunnen sporten en bewegen. Dat kan bij onze vele sportverenigingen en sporthallen, maar ook gewoon in de stad zelf. Bijvoorbeeld wandelen, fietsen of hardlopen. Met deze richtlijnen willen we dat bij de ontwikkeling van de stad sport en bewegen standaard wordt meegenomen. Zo blijft er ook in de toekomst in de stad ruimte om te sporten en te bewegen.”
Nieuwe richtlijnen openbare ruimte
In een dichtbevolkte en snelgroeiende stad als Den Haag is het belangrijk dat er voldoende ruimte is om te sporten en te bewegen. Er zijn goede sportvelden- en hallen en met deze nieuwe richtlijnen wordt ook de openbare ruimte beter benut als plek om te sporten en te bewegen. Zo maakt de gemeente een openbare ruimte die bewoners stimuleert om te sporten, bewegen en te spelen.
In de richtlijnen worden gedetailleerde toelichtingen van mogelijke oplossingen en te volgen werkwijzen gegeven. Denk bijvoorbeeld aan toegankelijke fiets- en wandelpaden met brede trottoirs, rustplekken langs looproutes en voldoende playgrounds. Maar ook aan het gebruik van potentiële ruimte op daken en onder viaducten voor sport en bewegen. Deze richtlijnen worden opgenomen in het Handboek Openbare Ruimte, waarin de kaders staan voor de inrichting en ontwikkeling van de openbare ruimte tot 2030.