Goeree-Overflakkee – Bij de behandeling van de gemeentelijke Programmabegroting, op donderdag 9 november, is verwarring ontstaan rond de financiële positie van de schoolstichtingen Sopogo (Stichting Openbaar Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee) en Sovogo (Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Goeree-Overflakkee. Ten onrechte is het
beeld ontstaan dat de genoemde terugloop van het vermogen betrekking heeft op
Sopogo.
Raadsvragen over Begroting
Bij het indienen van de raadsvragen is door de SGP een vraag gesteld over Sopogo. Daarbij is waarschijnlijk bij een van de vragen een verwisseling gemaakt met de gegevens van Sovogo. “Hierdoor is de indruk gewekt dat de financiële positie van Sopogo niet rooskleurig is. Dat beeld is onjuist”, zegt wethouder Frans Tollenaar, die de situatie betreurt. “De financiële situatie van Sopogo is nu en op middellange termijn gezond”.
Sluitende begroting voor Sopogo
Voor beide organisaties geldt dat de gegevens die zijn opgenomen in de gemeentelijke
begroting gebaseerd zijn op verwachtingen. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op het
bestuursverslag van Sopogo over 2016 en het jaarverslag van Sovogo over 2016.
Het bestuur van Sopogo geeft aan over het jaar 2017 juist af te steven op een flink
overschot in plaats van het gecalculeerde resultaat. Dit heeft met natuurlijk verloop van het personeel te maken en extra bekostiging.
Daarnaast geeft het bestuur van Sopogo aan voor 2018 een sluitende begroting te kunnen
overleggen. Dit wordt gerealiseerd met uitsluitend natuurlijk verloop.
Krimp in leerlingenaantallen
Veel scholenstichtingen krijgen te maken met problematiek rondom krimp. Alle scholen op
Goeree-Overflakkee, zowel primair als voortgezet, zien in meer of mindere mate een
terugloop in het leerlingenaantal. Tollenaar: “Wat uit de tekst van de meerjarenbegroting
opgemaakt had kunnen worden, is dat Sopogo zelf – en tevens samen met de gemeente –
anticipeert op deze problematiek. Dit gebeurt onder de paraplu van de Transitieatlas”.
Wethouder Tollenaar zegt Sopogo de mogelijkheid toe een presentatie te geven voor het
college en de raad over hun visie en lange termijnplannen, als antwoord op het onderwerp
krimp.