Leiden – Het college van burgemeester en wethouders van Leiden heeft een lijst vastgesteld met gebouwen, structuren en gebieden uit de periode van de Jonge Bouwkunst (1970–1990) die bescherming krijgen. Hiermee erkent de gemeente de waarde van de architectuur, stedenbouw en vernieuwende ideeën uit deze tijd, waarin Leiden sterk veranderde en groeide.
Waarom juist nu?
Sinds 2022 onderzoekt Leiden de architectuur en stedenbouw uit de periode 1970–1990. In deze jaren vonden grote veranderingen plaats: de binnenstad werd vernieuwd en nieuwe wijken zoals Merenwijk, Bockhorst, Koppelstein, Waardeiland en Stevenshof werden gebouwd. In heel Nederland groeit de waardering voor gebouwen en gebieden uit deze periode. Tegelijkertijd staan veel van deze gebouwen onder druk door nieuwe bouwplannen. Door nu bescherming te bieden, wil Leiden voorkomen dat waardevol erfgoed uit de jaren ’70 en ’80 verloren gaat.
Wethouder Yvonne van Delft (Cultuur en Erfgoed) zegt hierover: “De Jonge Bouwkunst vertelt het verhaal van een vernieuwend en optimistisch Leiden. Het was een tijd waarin bewoners meedachten over de stad, en waarin vernieuwing en vooruitgang centraal stonden. Door deze gebouwen te beschermen, zorgen we dat toekomstige generaties kunnen zien hoe Leiden zich toen ontwikkelde.”
Hoe is de lijst gemaakt?
In 2023 kreeg Erfgoed Leiden en Omstreken de opdracht om te onderzoeken welke gebouwen, structuren en gebieden (samen ‘objecten’ genoemd) bescherming verdienen. In totaal zijn 180 objecten onderzocht. Elk object is beoordeeld op vier punten:
- algemene historische waarde
- gebruikershistorie (betekenis voor bewoners en gebruikers)
- objectwaarde (architectonische en bouwkundige kwaliteit)
- samenhang (stedenbouwkundige context)
De beoordeling gebeurde met hulp van deskundigen, een klankbordgroep en bewoners. Zo konden inwoners tijdens een marktdag in de Stevenshof aangeven welke plekken zij belangrijk vinden.
Ruim 35 bijzondere objecten
Van de 180 onderzochte objecten zijn 37 objecten als bijzonder waardevol aangemerkt. Zeven daarvan worden nu voorgedragen als gemeentelijk monument. Het gaat om:
- Universiteitsbibliotheek, Witte Singel 26–27
- Voormalige dak- en thuislozenopvang, Rembrandtstraat 12
- Kruisgebouw, Burggravenlaan 250
- Schoolgebouw De Brug, Wassenaarseweg 499
- Zijlpoortsbrug over de Herensingel
- Centraal Wonen-project Haver- en Gortbuurt
- Kantoorgebouw, Schuttersveld 9
De overige objecten (dertig) krijgen, waar mogelijk, planologische bescherming in het toekomstige Omgevingsplan. De lijst met objecten is te bekijken via de website van Erfgoed Leiden.
Wat betekent bescherming voor eigenaren?
Voor eigenaren verandert er op dit moment nog niets. Na vaststelling van de lijst start de formele aanwijsprocedure tot gemeentelijk monument voor de geselecteerde objecten. Tijdens die procedure kunnen eigenaren altijd hun mening geven. Een gemeentelijke monumentenstatus betekent niet dat aanpassingen of onderhoud niet meer mogen. Verduurzaming, renovatie en onderhoud blijven mogelijk, zolang de karakteristieke eigenschappen behouden blijven. De gemeente biedt eigenaren advies en, waar mogelijk, financiële steun.
Post ’65-erfgoed: een landelijke trend
Met deze stap sluit Leiden aan bij het landelijke programma Post ’65 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dit programma brengt gebouwen uit de periode 1965–1990 in kaart en wijst ze, waar nodig, aan als rijksmonument. Daarmee maakt Leiden deel uit van een bredere ontwikkeling: in heel Nederland groeit de aandacht voor het zogeheten Post ’65-erfgoed – architectuur en stedenbouw uit de tijd na 1965 die een belangrijk onderdeel vormen van het moderne Nederland. Met dit besluit sluit Leiden zich dus aan bij een landelijke beweging die ook het jongere erfgoed erkent als waardevol onderdeel van onze geschiedenis.
