Binnenland – ‘Een ontwikkeling waarvan de potentie niet kan worden overzien’
De brandweer in Nederland krijgt nog dit jaar een landelijke luchtvaartorganisatie. Daardoor wordt het mogelijk om per direct drones in te zetten bij het bestrijden van branden, het voorkomen van chemische rampen of het opsporen van drenkelingen. Het wachten is op een landelijke vergunning.
Vergunning essentieel
En die wordt niet zomaar verstrekt. Aan de inzet van drones door overheidsdiensten zijn strikte voorwaarden verbonden. Er moet een handboek komen, de drones moeten verzekerd zijn en de gebruikers ervan moeten een opleiding hebben gevolgd. Pas als aan alle voorwaarden is voldaan, geeft de Inspectie Leefomgeving en Transport, die onder het ministerie voor Infrastructuur en Milieu valt, een vergunning uit.
Streven naar snelle invoering
‘Het streven is dat we die voor het einde van dit jaar te hebben’, zegt Wilbert Kleijer, die vanuit Brandweer Nederland leiding geeft aan het droneproject. Als de vergunning eenmaal binnen is, worden de plannen – waarover al sinds 2013 wordt gesproken – eindelijk werkelijkheid. De inzet van drones wordt dan niet regionaal geregeld, via de 25 onafhankelijke brandweerkorpsen, maar via een landelijke luchtvaartorganisatie. Het is de bedoeling dat de brandweer op dit gebied nauw gaat samenwerken met de Nationale Politie en met Defensie.
Branden in kaart brengen
Vooralsnog maakt alleen de brandweer in Twente actief gebruik van drones. Dat korps beschikt over drie toestellen. Met behulp van infrarood- en warmtecamera’s worden branden in kaart gebracht en kunnen drenkelingen worden opgespoord. Ook het brandweerkorps Midden- en West-Brabant beschikt over een drone, maar gebruikt deze alleen nog voor testvluchten omdat er nog geen vergunning is.
De wet schrijft voor dat drones die door de overheid worden ingezet uit veiligheidsoverwegingen niet over mensenmassa’s, gebouwen en wegen mogen vliegen. Twente beroept zich op een overgangsregeling die sinds eind 2015 bepaalt dat de brandweer en politie hun drones per direct mogen inzetten bij het uitvoeren van hun taken.
Waarborgen veiligheden
‘Wij kunnen een aantal veiligheden waarborgen die private partijen niet kunnen waarborgen’, verklaart Kleijer de uitzonderingspositie. ‘Als wij een drone de lucht insturen, dan geven we dit via onze meldkamer door aan de politie. Mocht er op dat moment ook een politiehelikopter op een incident worden afgestuurd, dan geven wij een seintje zodat de drone naar beneden kan worden gehaald. Bovendien zet de politie de omgeving af bij een incident, waardoor er geen mensenmassa aanwezig is in het gebied waar wij vliegen.’
Volgens Kleijer vormt de inzet van drones ‘een ontwikkeling waarvan de potentie niet kan worden overzien’. Hij wijst op talrijke mogelijkheden, zoals de plaatsing van sensoren die gevaarlijke stoffen kunnen opsporen en drones die gsm-signalen oppikken om slachtoffers te traceren. De beelden die drones met hun camera’s opnemen, kunnen dienen als waardevol materiaal tijdens trainingssessies. Dit is nog toekomstmuziek, want de privacywetgeving staat nu niet toe dat gebruik wordt gemaakt van de beelden.
Kostbaar
Het aanschaffen van drones is een kostbare investering. Niet zozeer de drones zelf, maar vooral de benodigde sensoren zijn duur. ‘Voor een warmtecamera van goede kwaliteit ben je al snel 10 duizend euro kwijt’, zegt Kleijer. Maar, zo voegt hij daaraan toe, in verhouding valt die prijs mee. ‘Wij maken geregeld gebruik van luchtondersteuning van de politie. De inzet van een helikopter kost zo’n 5.000 a 8.000 euro per uur. Als je zo’n helikopter een hele dag inzet, dan kun je van dat bedrag initieel een complete drone organisatie op poten zetten die het hele jaar door kan uitvliegen.’