Wageningen – De Stichting Vredeseducatie heeft samen met docenten en leerlingen van Pantarijn-MHV samenhangend vorm gegeven aan burgerschap, democratie en vredeseducatie in een Leerlijn Vredeseducatie. Dit project is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Wageningen middels het project Bevrijdingstoerisme en Vredeseducatie. Dit ‘leerlijn’-boekje is door de Stichting Vredeseducatie aangeboden aan burgemeester Geert van Rumund.
Stad der bevrijding
Pantarijn-MHV onderscheidt zich in de hoeveelheid activiteiten die gedurende de schoolloopbaan van leerlingen wordt georganiseerd. De gemeente Wageningen als ‘Stad der Bevrijding’ hecht daar ook veel waarde aan. Leerlingen wonen en leren in een omgeving waar regelmatig wordt stilgestaan bij vrede, vrijheid en veiligheid: van gastcollege door de burgemeester, tevens voorzitter van Mayors for Peace Nederland, tot de maatschappelijke stages en buitenlandse reizen en uitwisselingen, bijvoorbeeld met steden waar Wageningen banden mee onderhoudt. Ook de grote culturele diversiteit in Wageningen - met 102 nationaliteiten na Amsterdam de gemeente met de meeste nationaliteiten – daagt jongeren uit om verschillen in cultuur te onderzoeken en bruggen te bouwen. Én ook om na te denken welk verschil zij zelf in deze wereld kunnen of willen maken. ”Zelfreflectie is immers de sleutel naar democratisch burgerschap.”, stelt Gabriël Enkelaar, teamleider op Pantarijn-MHV.
Wereldschool Pantarijn
Jan Durk Tuinier is vanuit de stichting Vredeseducatie de auteur van het Magazine “Wereldschool Pantarijn”. Door het voeren van vele gesprekken kreeg hij zicht op de vele ingrediënten, die met elkaar de bouwstenen vormen voor een leerlijn vredeseducatie op Pantarijn-MHV: “De praktijk laat zien, dat aansluiten bij de leefomgeving van leerlingen, cruciaal is voor succesvol leren. Dat betekent in de eerste plaats aansluiten bij actuele gebeurtenissen. Leerlingen zijn sterk betrokken bij wat er om hen heen gebeurt: pesten, vluchtelingen, huiselijk geweld en school-shooting in US, depressiviteit en dergelijke. Het is dan ook iets dat zich voortdurend ontwikkelt, in tegenstelling tot de gebruikelijk lesstof; leerboeken blijven immers jarenlang hetzelfde. Ik kwam samen met Pantarijn tot twee kernvragen die bij activiteiten en initiatieven centraal staan: Draagt de activiteit bij aan de persoonlijke vorming van de leerlingen? En hoe zijn de leerlingen betrokken bij de inhoud en uitvoering?”
Met die vragen gaat Pantarijn verder aan de slag. De leerlingen werken voortaan vanaf de eerste klas aan een plus-portfolio waarin met foto’s, film of tekst verslag wordt gelegd van hun persoonlijke inzet en deelname aan activiteiten, waaronder ook de Wereldschool. De leerlingen ontvangen bij de diploma-uitreiking een speciaal ‘Montessori-certificaat’, waarin ook deze extra activiteiten kunnen worden beschreven.