Zuid-Soedan – De miljoenen mensen die dreigen te sterven door hongersnood in Zuid-Soedan, zijn geen lijdzame slachtoffers, zegt hulpverlener Paul Borsboom (57). “Zij willen zelf ook vooruit, maar zitten buiten hun schuld om in de shit.” Paul liet zijn gezin in het veilige Nederland achter om juist die mensen te helpen.
“Mijn vrouw is vandaag jarig. Ik had eigenlijk beloofd dat ik er zou zijn”, zegt Paul via een krakende telefoonlijn vanuit het Zuid-Soedanese Juba. “Maar het werk hier kwam er tussendoor. Ze snapt dat dit belangrijker is.”
Fysiek onmogelijk om te oogsten
In het gebied waar de ingenieur van Cordaid zit, zijn veel mensen ontheemd. Door gewelddadige conflicten tussen de overheid en de oppositie zijn ze verstoten van huis en haard. Zie dan maar eens je eigen eten te produceren. “Als je zo onveilig bent, is het fysiek onmogelijk om te zaaien en te oogsten.”
Bovendien eist aanhoudende droogte in sommige gebieden zijn tol. Als die situatie lang genoeg aanhoudt, krijg je voedseltekorten. De hongersnood in landen als Jemen, Zuid-Soedan, Somalië en het noordoosten van Nigeria is in tijden niet zo ernstig geweest. In totaal dreigen 20 miljoen mensen te sterven doordat ze geen eten hebben.
Race tegen de klok hongersnood
Hulpverleners als Paul en zijn collega’s voeren een race tegen de klok om ervoor te zorgen dat al die mensen toch gevoed worden. Een bijna onmogelijke opgave lijkt het. “We kunnen veel mensen die honger hebben moeilijk bereiken met hulp. Het is frustrerend als je geen toegang krijgt tot die gebieden. Gelukkig kunnen we wel hulpgoederen via de lucht aanvoeren.”
De mensen in de vluchtelingenkampen bij Paul in de buurt krijgen sowieso wél te eten, onder andere met dank aan geld van de Nederlandse overheid en Nederlandse donateurs. De meest kwetsbare families, zoals gezinnen waarvan de vader is gestorven of ouderen zonder familie, krijgen voedselbonnen.
Gevluchte vrouwen staan in de rij voor voedsel.
Met zo’n bon kunnen ze bij een paar verkopers op de markt zelf een voedselpakket samenstellen uit onder andere meel, rijst, bonen, thee, olie en zeep. “We helpen mensen nu door deze moeilijke periode heen, maar op niet al te lange termijn willen ze terug. Dan helpen we ze om hun leven weer op te pakken, zoals met visgerei, zaden en landbouwgereedschap.”
Dit zijn geen oorlogsmisdadigers
Als avontuurlijke jongeman ging Paul na zijn studie als drinkwateringenieur naar Nicaragua. Daar hielp hij met het aanleggen van pijpleidingen en riolering. En hij ontmoette er zijn vrouw. Toen Paul terugging naar Nederland, ging zij mee.
Eenmaal terug kreeg hij een baan aangeboden van een hulporganisatie. Zij zochten iemand die in het door oorlog verscheurde Bosnië kon helpen bij de herbouw van huizen. “Daar zag ik voor het eerst hoe mensen in diepe problemen zitten, zonder dat ze daar enige schuld aan hebben. Dit zijn geen oorlogsmisdadigers, en het zijn ook geen willoze slachtoffers.”
‘Ze willen niet afhankelijk zijn’
Dat vindt Paul heel belangrijk, want de mensen die nu hulp nodig hebben, hadden dat vroeger niet. “Ze hadden gewoon hun eigen levensonderhoud. Zij willen niet afhankelijk zijn van hulp, zij willen zelf vooruit. Wij geven ze alleen dat extra duwtje dat ze nodig hebben.”
Dat werd de belangrijkste drive voor Paul om ontwikkelingswerk te doen. “Ik zie niet alleen hun problemen, ik zie een puzzel die opgelost moet worden. Ik haal er voldoening uit als we ondanks alle barrières het toch zo weten te regelen dat die mensen verder kunnen met hun eigen leven.”
Een invalide vrouw krijgt een hulppakket van Buitenlandse Zaken.
Op eeuwige dank zit hij niet te wachten “Van de week werd aan de vluchtelingen hier verteld dat ze hun voedselbonnen krijgen via ons. Dan staan die straatarme mensen je te bedanken en wensen ze je een heel lang leven toe. Daar word ik ontzettend ongemakkelijk van. Daar doe ik het niet voor.”
Gezin blijft in Nederland
Paul en zijn vrouw hebben twee kinderen. Ook die laat hij achter als hij voor zijn werk naar een conflictgebied trekt. “Ik krijg dat wel te horen. ‘Ze voeren toch zelf oorlog, waarom moet jij ze dan helpen?’, vraagt mijn dochter van 22 dan. Ze heeft geen haar op de tanden”, lacht hij.
“Dan leg ik uit dat die mensen niet door eigen toedoen problemen hebben. En als wij ze niet helpen, doet niemand dat. Dat accepteert ze dan ook. Zelf kiest ze als danslerares een heel andere carrière, maar het avontuurlijke heeft ze wel in zich.”
Getekend door het werk
Over een week of twee ziet Paul zijn gezin weer. Een ander neemt dan zijn taken in Zuid-Soedan over. Thuis leeft hij zoals ieder ander. “Ik verdien niet slecht en mijn vrouw werkt ook. We hoeven geen dubbeltje om te keren en hebben gewoon een auto. Ik voel me daar niet bezwaard over.”
En dan is het wachten op de volgende klus in het buitenland. “Als ik een rustige baan in Nederland zou hebben, dan zou ik me toch afvragen: wat is de toegevoegde waarde hiervan? Geestelijk word je getekend door dit werk. Je wil na zoveel jaren niks anders meer.”
Bron: RTL nieuws