Middelburg – Burgemeester van Middelburg Harald Bergmann heeft besloten dat de Rit voor de Molukken, die zaterdag 23 juni vanuit Middelburg start, gewoon door mag gaan, maar dat er geen uitingen van motorclub Satudarah, Saudarah en Supportcrew 999 zichtbaar mogen zijn.
Verbod op uitingen
Het verbod op uitingen geldt niet alleen voor vertrek- en aankomststad Middelburg maar er is ook afgestemd met de burgemeesters van andere gemeentes waar de rit doorheen trekt. Het besluit van Bergmann is een gevolg van de uitspraak van de Haagse rechtbank eerder deze week waarin de motorclub is verboden.
Goed en constructief overleg
De burgemeester heeft het besluit genomen na een goed en constructief overleg met de organisatie. Bergmann heeft in dat overleg aangegeven positief te staan tegenover de rit waarmee geld op wordt gehaald voor een goed doel. Ook heeft hij geen reden om aan te nemen dat er leden van motorclub Satudarah of de andere twee verboden clubs in de organisatie zitten.
Alleen verbod op verwijzingen
Het verbod geldt alleen voor uitingen die verwijzen naar de motorclub, zij het op kleding, vlaggen op motoren of op welke wijze dan ook. Het verbod op de uitingen zal ook worden opgenomen in de vergunning van het evenement. De hele dag en tijdens de gehele rit zal er op worden toegezien dat het verbod wordt nageleefd.
Uitspraak rechter geen invloed op rit
Het verbod dat door de rechtbank is uitgesproken betekent in de praktijk onder meer dat het Satudarah-logo en dat van de andere genoemde clubs is verboden, dat leden niet meer bijeen mogen komen in clubhuizen en dat zij hun clubhesjes niet meer mogen dragen. Volgens de rechtbank in Den Haag handelen motorclub Satudarah en de andere twee verboden clubs in strijd met de openbare orde en ontwricht de club de samenleving. ‘De gedragingen zijn zo ernstig dat ze de samenleving kunnen ontwrichten’, aldus de rechtbank in het vonnis. De uitspraak van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit houdt in dat het civiel verbod direct van kracht is. Het houdt tevens in dat er direct bestuursrechtelijk, en niet strafrechtelijk, kan worden gehandhaafd.