11.8 C
De Bilt

Regio FoodValley bezint zich op onderwijs en werk voor statushouders

Ede – Asielzoekers die als vluchteling worden erkend, krijgen de vluchtelingenstatus. Zij worden ook wel statushouders of vergunninghouders genoemd.  Statushouders hebben een verblijfsvergunning en mogen een opleiding volgen en werken in Nederland. In de periode tussen maart en juli, hebben de FoodValley gemeenten Barneveld, Ede, Renkum, Scherpenzeel, Veenendaal, Rhenen, Renswoude en Wageningen gesprekken gevoerd met organisaties die taalonderwijs geven aan statushouders. Op woensdag 11 juli vond de vierde inspiratiebijeenkomst plaats.

Statushouders aan het woord

‘En nu de statushouders aan het woord’, was de insteek van de vierde regionale bijeenkomst die afgelopen woensdag werd georganiseerd. Het was de voorlopige afronding van een reeks van 3 inspiratiebijeenkomsten over statushouders en onderwijs/werk. Naast gemeentelijke medewerkers waren er ook vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen aanwezig.

Tien statushouders uit Syrië, Eritrea, Armenië en Iran vertelden hun verhalen over inburgering, onderwijs en werk, maar ook over de begeleiding die zij van verschillende instanties krijgen. Zij gaven hiermee antwoorden op de verschillende vragen die voorgelegd werden. Welke begeleiding heb je nodig? Wat mis je, wat zijn de lastige punten? Voel je je al onderdeel van onze samenleving?

Inburgering

“Ja, je moet hard werken voor de inburgering en de lessen op school zijn onvoldoende om de taal te leren”, zegt Ahmad uit Doorwerth. “Maar je moet ook zelf actie ondernemen om contacten te leggen en het Nederlands te oefenen. Een eigen netwerk opbouwen is heel belangrijk!” Ahmed is vrijwilliger geworden bij de voetbalclub van zijn zoontje en hij is lid van de schaakclub. Mustafa uit Ede is bijna klaar met het eerste jaar van de MBO-opleiding ICT: “Ik vond het niet moeilijk om het inburgeringsniveau A2 te halen, maar dat is niet genoeg om een studie te volgen. En bovendien spreekt iedereen om me heen anders Nederlands dan ik heb geleerd! Die straattaal leer je niet bij de inburgering.” Raneem uit Veenendaal vindt vrijwilligerswerk erg belangrijk naast de inburgering: “Maar je moet wel goed kijken wat past bij de vluchteling. Ik help mee op een zorgboerderij, wat ik erg leuk vind om te doen. Maar dat is niet voor iedereen geschikt.”

Ondersteuning

Mustafa is blij met de hulp die hij kreeg bij de studiekeuze en bij al het regelwerk, zoals aanvragen van studiefinanciering: “Dat was mij alleen niet gelukt en ook de eerste 2 maanden waren erg moeilijk. Ik heb keihard gewerkt en telkens mijn huiswerk gemaakt. Nu is het ondertussen wat gemakkelijker om alles te volgen. Mijn droom is om een eigen ICT-bedrijf te beginnen.” Ook Berihu uit Renkum zegt dat het niet vanzelf gaat: “Je moet wel bij de basis beginnen, zodat je daarna een goede stap kunt maken. Na de Entrée-opleiding ging ik verder met de MBO-opleiding Logistiek. Gelukkig heeft een docent mij veel geholpen en ook de gemeente.”

Verbetering

Melika uit Veenendaal vindt dat scholen te hoge toelatingseisen stellen: “Het ROC wijst al snel naar de BBL-opleiding, terwijl het vaak moeilijk is om zo snel al werk te vinden. Een BOL-opleiding biedt dan een veel betere basis ook al ben je wat ouder dan de andere leerlingen.” Raneem vult haar aan: “De informatie over studies en het onderwijssysteem is erg summier, maar als je geluk hebt krijg je goede hulp. Het helpt wel om naar open dagen te gaan. En soms lijkt het alsof de opleiding die we in Syrië gevolgd hebben, niets voorstelt. Terwijl we hard hebben moeten werken om goede cijfers te krijgen.”

Loubna herkent dat: “Als je hier komt, weet je niet wat je kunt met je eigen diploma’s. We zouden tijdens de inburgering al naar open dagen en meeloopdagen moeten gaan. En er moet beter gekeken worden naar onze diploma’s, wat we precies gedaan hebben in plaats van een globale waardering via het NUFFIC.” Ahmed (39) uit Ede vindt dat vanaf de huisvesting gewerkt moet worden aan een goed plan: Welke capaciteiten heb je, welke inburgering kun je volgen en wat voor opleiding of werk kun je doen. “Ja ik wil graag werken, maar daarvoor is Nederlands belangrijk. En ik wil graag werken en leren, zodat ik een Nederlands diploma kan halen. Want dat is erg belangrijk om daarna weer nieuw werk te vinden.” “Het is niet gemakkelijk om de Nederlandse taal en cultuur te leren. Geef ons de tijd, geef ons persoonlijke aandacht en ga in gesprek met ons over hoe je iets in Nederland doet.”, is de oproep van Loubna.

Netwerk

Je thuis voelen in Nederland heeft veel te maken met het kennen van Nederlandse mensen. Lilit uit Veenendaal heeft veel contact gelegd met Nederlanders via vrijwilligerswerk. Mustafa en Anwar zouden wel meer jonge leeftijdsgenoten willen leren kennen: “Misschien moeten we meer feesten of activiteiten organiseren waar we elkaar tegen komen.” Raneem vertelt dat ze met Nederlandse vriendinnen vooral leuke dingen doet samen, ze past zich aan: “Maar op mijn verjaardag zei ik ‘nu doen we zoals wij dat doen’ en zo gingen we toch allemaal dansen.”, lacht ze.

Nieuw beleid

De gemeenten nemen de opmerkingen van de statushouders mee bij het ontwikkelen van nieuw beleid. In de aanloop naar nieuwe wet- en regelgeving in 2020, kunnen deze goed helpen om tot belangrijke verbeteringen te komen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio