Binnenland – Consumentenprijzen van goederen en -diensten waren in oktober 2,1 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In september betaalde de consument 1,9 procent meer dan vorig jaar. De prijsstijging schommelt al 4 maanden rond de 2 procent.
De consumentenprijsindex (CPI) is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Kleding duurder
De stijging van de consumentenprijzen was in oktober hoger dan in september. Dat komt onder meer door hogere prijzen voor kleding. In oktober lagen de prijzen gemiddeld 1,1 procent hoger dan een jaar eerder. In september was er op jaarbasis nog sprake van een prijsdaling. Daarnaast had ook de prijsstijging van vliegtickets een opwaarts effect op de ontwikkeling van de consumentenprijzen.
Stijging consumentenprijzen in Nederland lager dan in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
In oktober waren goederen en diensten in Nederland volgens de HICP 1,9 procent duurder dan een jaar eerder. Dat was in september 1,6 procent. In de eurozone nam de prijsstijging toe van 2,1 naar 2,2 procent.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.