Krimpenerwaard/Krimpen aan den IJssel – Het college van Gedeputeerde Staten heeft uit de handen van wethouders Ria Boere (Krimpenerwaard) en John Janson (Krimpen aan den IJssel) het “Gebiedsbod Krimpenerwaard” ontvangen. De colleges van Gedeputeerde Staten, van Krimpen aan den IJssel en van Krimpenerwaard kwamen hiervoor bij elkaar.
Gebiedsbod door goede samenwerking
Het college van Gedeputeerde Staten is vol lof over het vele werk dat is verricht en over de goede samenwerking. Zij zien de samenhang met de Strategische Visie en het Panorama voor de Krimpenerwaard. Met dit Gebiedsbod laten de twee gemeenten en de provincie Zuid-Holland zien waarom een vaste oeververbinding van toegevoegde waarde is voor de regio. De Oost-Oost-verbinding zorgt namelijk voor betere bereikbaarheid van het gebied. Een betere bereikbaarheid biedt belangrijke kansen om de kracht van zowel de omliggende regio als de Krimpenerwaard te versterken.
Inwoners zetten boel in gang
Voor de provincie is het belangrijk dat zowel in Rotterdam als in de Krimpenerwaard actie wordt ondernomen. Het is bijzonder dat er vanuit de inwoners ontwikkelingen op het gebied van wonen, economie en bereikbaarheid via de Strategische Visie en het Panorama Krimpenerwaard in gang zijn gezet. De aandacht voor het betrekken van de Waardtafel en inwoners bij de verdere uitwerking is van groot belang. Daarover zijn gedeputeerden en wethouders het roerend met elkaar eens.
Krimpenerwaard onderdeel randstad
De Krimpenerwaard wil na 2030 een vitaal onderdeel zijn van de Randstad. Daarom zet de Krimpenerwaard vanaf 2030 in op een groei van 150 tot 200 hectare aan diverse functies. Met haar kracht op het gebied van werken, het ruime en landelijke woonmilieu, de ruimte voor recreatie en natuurbeleving en de ligging nabij de entree van het stedelijk gebied, kan de Krimpenerwaard een belangrijke bijdrage leveren aan de omliggende regio. “We gaan niet meer en sneller bouwen omdat er een oeververbinding komt.”, aldus Ria Boere. “Maar de gemeenten zetten met het Gebiedsbod na 2030 het tempo van bouwen door dat past bij het gebied.”