Binnenland – In 2019 zijn er veel meer aanvragen voor huishoudelijke hulp binnen gekomen bij de gemeenten. Doordat het kabinet heeft bepaald dat er geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage meer betaald hoeft te worden, zijn de aanvragen voor hulp in de huishouding flink gestegen. EenVandaag deed hier samen met de VNG onderzoek naar onder 149 gemeenten.
De gemeenten zijn bang dat ze moeten bezuinigen op vervoer en sport, omdat de kosten voor al die huishoudelijke hulp zijn gestegen en ze daardoor op andere zaken moeten bezuinigen. En vragen zich af of ze de ondersteuning aan hun inwoners die het echt nodig hebben, nog wel kunnen betalen.
Geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Sinds het kabinet een maatregel heeft bedacht waarbij er geen eigen bijdrage meer betaald hoeft te worden, zijn er meer mensen gebruik gaan maken van huishoudelijke hulp via de gemeenten. Er is nu voor iedereen die het huishouden niet meer zelf kan doen hulp aan te vragen voor 19 euro per maand. Daardoor ruilen veel mensen de vaste huishoudelijke hulp in voor de goedkopere hulp via de gemeente. Ook wanneer men de hulp zelf goed kan betalen.
Dat is geregeld in de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en gemeenten moeten dat uitvoeren.
94 procent van de gemeenten die ondervraagt zijn vinden dit een slechte maatregel. Het is nu aantrekkelijker voor iedereen om de gemeente in te schakelen. De gemeenten vinden dat dit in strijd is met het uitgangspunt van de Wmo. Mensen zouden zo lang mogelijk zichzelf moeten redden en pas wanneer dit niet meer gaat, hulp vragen bij de gemeente.
Stijging aanvragen
In 2019 zijn er bij 96 procent van de gemeenten de aanvragen voor huishoudelijke hulp flink gestegen. De toename is bij de helft van de gemeenten zo tussen de 5 en 15 procent. Bij andere gemeenten ligt dit zelfs tussen de 70 en 80 procent.
Er is een nieuwe groep aanvragers bij gekomen. Zo’n 42 procent van de nieuwe aanvragen is van mensen met een hoger inkomen. Het is voor deze groep voordeliger om hulp via de gemeente te krijgen dan de particuliere hulp. Maar omdat het inkomen nu niet meer meegerekend mag worden, kan de gemeente deze groep de hulp niet weigeren.
Ook het Opiniepanel van eenVandaag bevestigt dat één op de vijf mensen in de Wmo die een hoger inkomen hebben, overstapte naar een huishoudelijke hulp via de gemeente. Een lid van het panel verteld dat zij haar eigen hulp had opgezegd en een hulp aan vroeg bij de gemeente. Dat scheelt haar 100 euro per maand.
Bezuinigen
Het budget is volgens 64 procent van de gemeenten onvoldoende om al die huishoudelijke hulp te financieren. En 33 procent heeft niet genoeg hulpen om de toegenomen aanvragen te voorzien van huishoudelijke hulp. Daarom halen veel gemeenten het geld uit andere potjes. Veel gemeenten zijn bang dat dit ten koste gaat van andere voorzieningen. Er zouden projecten voor sport of cultuur moeten worden stopgezet en bezuinigt moeten worden op zorg en vervoer. Gemeenten geven aan eventueel te gaan bezuinigen op de aantal uren voor schoonmaak aan te bieden of door wassen en strijken uit het pakket te halen.
Uit het onderzoek blijkt dat 90 procent van de gemeenten dit probleem wil oplossen door terug te gaan naar de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Dit zou volgens hen de enige manier zijn om te zorgen dat de hulp vooral terecht komt bij de mensen die dit echt nodig hebben.
Volgens minister De Jonge (volksgezondheid) is de inkomensafhankelijkheid van de bijdrage er bewust uitgehaald omdat dit veel mensen helpt om hun kosten voor zorg te kunnen blijven betalen. Maar het valt wel op dat er in sommige gemeenten de aanvragen voor Wmo erg toe neemt.
VNG roept om compensatie
Uit het onderzoek blijkt dat de invoering van het abonnementstarief zorg voor een grote aantrekking waardoor de Wmo-budgetten van gemeenten meer onder druk komen te staan.
De VNG roept het Rijk om gemeenten te compenseren: “Maatregelen die door het Rijk worden genomen en financiële consequenties voor gemeenten hebben, moeten volledig worden gecompenseerd.”