Oldambt – De burgemeesters van Oldambt en Westerwolde aangegeven de drugspanden op basis van de Opiumwet te willen sluiten. In februari 2020 was er een gecoördineerde actie van politie, FIOD en gemeenten waarbij op een drietal plaatsen in Winschoten en op één plaats in Sellingen hennepkwekerijen werden aangetroffen. Begin juli werd het pand aan de Blijhamsterstraat 58 in Winschoten al gesloten. De eigenaren van de drie andere panden waren het niet eens met het besluit en hebben de voorzieningenrechter gevraagd om een uitspraak te doen. Om die reden konden deze panden nog niet op slot.
Uitspraak voorzieningenrechter drugspanden
De voorzieningenrechter heeft op 17 juli uitspraak gedaan in de zaak over de sluiting van de drugspanden. Beide gemeenten zijn in hun gelijk gesteld. Dit betekent dat de panden aan de M.J. van Olmstraat 41 en de Transportbaan 15 in Winschoten en Bosweg 6L in Sellingen nu ook op slot gaan. De panden in Winschoten gaan voor een periode van zes maanden op slot en het pand in Sellingen voor drie maanden.
Samen optreden tegen criminaliteit
Handel in drugs en hennepkwekerijen leveren vaak onveilige situaties op en overlast voor omwonenden. Burgemeester Cora-Yfke Sikkema van Oldambt zegt hierover: “De panden in onze gemeente gaan zes maanden op slot. Door sluiting herstellen we de openbare orde en de veiligheid.” Daarnaast zegt zij: “Criminaliteit loont niet. Je kunt denken dat je er mee weg komt, maar vroeg of laat word je betrapt. Sluiting van je woning of bedrijfspand is één van de gevolgen. Daarnaast buigt een rechter zich over de strafbare feiten, dus wie schuldig is en welke straf daar bij hoort.”
Meld verdachte situaties
Burgemeester Sikkema sluit af: “Er leeft soms een beeld dat een hennepkwekerij onschuldig is. Maar door de illegaliteit ontstaan er vaak gevaarlijke situaties. Rare constructies om ‘onzichtbaar’ stroom af te tappen, criminelen die hun handel willen beschermen en ga zo maar door. Meld daarom verdachte situaties bij de politie via 0900-8844 of bel 0800-7000 voor Meld Misdaad Anoniem.”