Het stroomnet loopt op veel plekken in Nederland tegen de grenzen aan. Hierdoor komen bedrijven en organisaties die een (zwaardere) elektriciteitsaansluiting willen op een wachtlijst. OV-bedrijven kunnen een belangrijke rol spelen bij het ontlasten van het stroomnet. De Rijksoverheid, netbeheerders en OV-partijen hebben vandaag afspraken gemaakt hoe de OV-sector de drukte op het stroomnet tegen kan gaan en om ervoor te zorgen dat de OV-sector kan groeien binnen de (toekomstige) grenzen van het stoomnet. Voor de uitvoering van de maatregelen is de komende 4 jaar 3,2 miljoen euro beschikbaar vanuit de Rijksoverheid.
OV-sector helpt vol stroomnet aanpakken
Het openbaar vervoer in Nederland is grotendeels elektrisch. Het OV is daardoor sterk afhankelijk van het nu al overvolle stroomnet, waardoor groeiambities van het OV in de knel kunnen komen. Tegelijkertijd kan het OV met zijn eigen elektriciteitsnet juist ook helpen om drukte op het stroomnet tegen te gaan. Dat blijkt ook uit twee externe onderzoeken in opdracht van het Rijk.
Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei): “We doen er alles aan om de problemen met het volle stroomnet aan te pakken. Niet alleen vanuit de overheid en de netbeheerders, maar ook samen met partijen die veel stroom gebruiken. Grootverbruikers kunnen helpen met het spreiden van de pieken op het stroomnet. Dat is zowel in hun eigen belang als dat van alle mensen en bedrijven die staan te springen om een aansluiting. Ik vind het belangrijk en ben blij dat het OV ook meedenkt en meewerkt bij het oplossen van knelpunten.”
Staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu): “Slimme oplossingen brengen Nederland verder. De openbaar vervoer sector in Nederland is slim en innovatief. Het is dan ook fantastisch dat de sector kan bijdragen aan de aanpak van het volle stroomnet en tegelijk kan blijven groeien. Want om meer treinen, trams en elektrische bussen te kunnen rijden moet het publieke stroomnetwerk dat natuurlijk wel aankunnen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”
Nieuwe maatregelen
Met de partijen uit de OV-sector is een aantal concrete afspraken gemaakt. Zo gaat ProRail in samenwerking met de Gemeente Utrecht en netbeheerder Stedin een biodieselaggregaat in Utrecht naast het spoor plaatsen om een bestaand knelpunt op het stroomnet op te lossen. Deze oplossing heeft de potentie om op meer plekken te worden toegepast.
Een ander goed voorbeeld is het Rotterdamse vervoersbedrijf RET dat sinds begin dit jaar stroom levert aan de gemeente Rotterdam en natuurorganisatie Zuid-Hollands Landschap als zij die zelf niet gebruiken voor de trams en metro’s. Dit is met name buiten de spits en ’s nachts. De gemeente Rotterdam wil twee nieuwe laadpleinen voor auto’s, bestelbusjes en bouwverkeer met stroom van RET voorzien. Omdat dit binnen de bestaande contracten kan, zijn er geen nieuwe of zwaardere aansluitingen nodig die nu vaak lang op zich laten wachten. De betrokken partijen hebben afgesproken om samen te kijken of en hoe zij dit soort oplossingen op meer plekken kunnen gaan inzetten.
Regionale busbedrijven worden geholpen met het sluiten van contracten met de netbeheerders waarbij zij alleen ’s nachts, als het rustig is op het stroomnet, elektrische bussen opladen. In het stedelijk OV worden al deze opties ingezet en wordt ook ongebruikte capaciteit van hun eigen stroomnet ingezet om andere voertuigen op te laden.
De partijen hebben afgesproken om oplossingen zoveel mogelijk op te schalen en uit te breiden. Vervoerders gaan zorgen dat slim energieverbruik onderdeel wordt van de reguliere bedrijfsvoering. Het Rijk investeert in het ontwikkelen en verspreiden van de benodigde nieuwe kennis en de verbinding tussen alle partijen. De ministeries KGG en IenW onderzoeken tot slot welke belemmeringen in wet- en regelgeving oplossingen in de weg staan en passen de wet- en regelgeving waar nodig en mogelijk aan.
Sectorafspraken
Het kabinet sloot eerder al een akkoord met de waterschappen om het volle stroomnet tegen te gaan en is met meer sectoren in gesprek om afspraken te maken. Het voordeel van afspraken met een hele sector is dat oplossingen op meerdere plekken in Nederland tegelijk ingezet kunnen worden.
Het akkoord is ondertekend door de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Klimaat en Groene Groei, DOVA, EBS, Gemeente Arnhem en Utrecht, GVB, HTM, Keolis, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Netbeheer Nederland, NS, ProRail, Provincie Utrecht, Qbuzz, RET en Vervoerregio Amsterdam.