Geluk en tevredenheid
Zeer gelukkig, wie zijn dat?
Vooral gehuwden, mensen in de hoogste inkomenscategorie en werkenden geven naar verhouding vaak aan zeer gelukkig te zijn. Gescheiden volwassenen, laagopgeleiden en mensen in de laagste inkomensgroep zijn juist het vaakst ongelukkig.
Zeer gelukkigen vaker ook zeer gezond
Het overgrote deel (86 procent) van de 18-plussers die zichzelf zeer gelukkig noemen, ervaart een goede of zeer goede gezondheid. Van hen geeft 27 procent aan dat hun gezondheid zeer goed is, tegenover 12 procent van de overige volwassenen. Hoe het ervaren van geluk en gezondheid precies met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden kan op basis van deze cijfers niet worden vastgesteld.
Sociale contacten
Van de volwassenen die zeer gelukkig zijn, heeft 56 procent dagelijks contact met familie, vrienden of kennissen. Dat is meer dan bij de rest van de bevolking (50 procent). Daarnaast zijn zij iets vaker actief als vrijwilliger, en hebben zij meer vertrouwen in de medemens. Van de zeer gelukkigen vindt 65 procent dat de meeste mensen wel te vertrouwen zijn, van de overige volwassenen is dat 58 procent.
Minder vertrouwen en sociale contacten ongelukkigen
Degenen die zichzelf als ongelukkig zien, vinden hun gezondheid aanmerkelijk minder vaak goed dan anderen. Van de ongelukkigen bestempelt 37 procent de gezondheid als slecht of zeer slecht, terwijl dit bij de niet-ongelukkigen 5 procent is.
Weinig vertrouwen
Van de ongelukkigen heeft een kleiner deel dagelijks of wekelijks contact met familie, vrienden of buren dan de overige 18-plussers: 87 procent tegenover 96 procent. Daarnaast doen naar verhouding minder ongelukkigen (bijna een derde) vrijwilligerswerk dan andere mensen (bijna de helft). Tot slot geeft bijna 37 procent van de ongelukkigen aan dat de meeste mensen wel te vertrouwen zijn. Onder degenen die niet ongelukkig zijn is dat 60 procent.
Samenhang onduidelijk
Hoe het ervaren van geluk en andere kenmerken zoals gezondheid, opleiding en burgerlijke staat precies met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden kan op basis van deze cijfers niet worden vastgesteld.