Iedereen heeft herinneringen aan het voeren van de eenden en vogels in het park. Het is een leuke bezigheid met de kindjes. De kinderen maken kennis met de natuur en worden vrolijk van het gekwaak en geruzie om een korstje brood. Een leuke manier om de kinderen al jong dicht bij de natuur te brengen.
Er wordt ook altijd gevraagd om de buitenvogels bij te voeren in de winter en dat doet iedereen graag. Het is immers zo gezellig, al die vogeltjes in de tuin.
Eenden en vogels bijvoeren
Toch zitten er aan dat bijvoeren ook risico’s.
Voor eenden is brood namelijk helemaal niet zo goed. Het is loze vulling, het geeft geen energie.
Wanneer eenden en andere watervogels heel veel brood eten, leven ze korter. Het is te eenzijdig, waardoor ze voedingsstoffen missen, en er zit zout in, wat echt ongezond voor ze is. Eenden eten ‘s winters vooral gras en waterplanten en dat kunnen ze prima vinden en het is veel gezonder!
Ratten en muizen
Ook lokt het vele brood dat niet wordt opgegeten ongedierte als ratten en muizen. Dieren die we eigenlijk liever niet hebben. Brood dat in het water blijft liggen vervuilt het water en dat veroorzaakt ziektes als botulisme waar weer veel waterdieren aan dood gaan.
Eenden worden lui omdat ze zelf geen voer hoeven te zoeken, daardoor worden de mannetjes (woerden) agressiever naar de vrouwtjes en worden de vrouwtjes regelmatig heftig lastig gevallen door groepjes woerden.
Zolang de natuur de dieren van voldoende eten voorziet, is het beter om niet bij te voeren.
Maar het blijft natuurlijk wel leuk om met of zonder kinderen af en toe de eendjes te gaan voeren. En af en toe een korstje brood kan geen kwaad. Maar doe dat dan niet met zakken vol brood.
Wat kun je wel voeren
Wat je wel kunt geven is doperwten, mais of ander graan zoals kippenvoer. Er is zelfs speciaal eendenvoer te koop. En dit geef je dan natuurlijk ook niet te veel. Overvoeren is natuurlijk nooit goed!
Wanneer het sneeuwt, kun je een deel van het gras sneeuwvrij maken zodat de watervogels daar bij kunnen om te eten. Maar je kunt ook groentes zoals sla geven.
Tuinvogels voeren
Bijvoeren van de vogels wordt ook vaak aangeraden. Je kunt de vogels het hele jaar door voeren.
Bedenk wel dat wanneer de insecteneters vol zitten, ze niet meer zo ijverig op die vervelende muggen en vliegen jagen waar wij zo’n last van hebben.
En dat in het voorjaar de pinda’s levensgevaarlijk kunnen zijn wanneer die aan de jongen worden gevoerd!
Vogels zijn verstandige eters. Van nature gaan ze op zoek naar een gevarieerd menu.
in het voorjaar en de zomer hebben vogels vooral dierlijke eiwitten nodig, zoals insecten, meelwormen en rupsen. In de herfst en winter zijn producten met vet goed omdat die meer energie geven. Het bijvoeren kan het hele jaar en al het voer zoals zadenmengsels, fruit, pinda’s, pindakaas, vetbollen, rozijnen, enz. kan je geven.
Wat wel en wat niet?
Vogels mogen je ook niet zomaar alles geven.
Wat wel:
- Speciale vogelvoeren voor tuinvogels
- Strooivoer op (voeder-)tafels en op de grond
- Silovoeren altijd in voersilo’s
- Fruit
- Ongebrande (en ongezouten) pinda’s altijd in pindasilo’s
- Vetproducten voor tuinvogels (echter niet in de zon hangen) – zelf vetbollen maken is niet moeilijk.
- Broodkruimels, maar niet teveel (want te zout)
Wat niet:
- Geen producten met zout
- Geen melk
- Geen vetbollen of pinda’s in een (plastic) netje, vogels kunnen erin verstrikt raken en het genereert zwerfafval
- Geen boter of margarine, dit werkt laxerend
- Niet overmatig voeren, dit kan ongedierte aantrekken en zorgt voor de verspreiding van ziektes
- Geen gekookte etensresten. Ze bederven namelijk snel.
Zo help je deze vogels op de juiste manier de winter door.
