De eenmalige tegemoetkoming energiekosten komt onder bepaalde voorwaarden ook beschikbaar voor studenten die langer over hun studie doen. Het gaat om studenten waarvan de ouders een laag inkomen hadden, maar die geen aanvullende beurs meer krijgen en nog wel gebruik kunnen maken van een lening. De toekenning gebeurt op basis van de laatst beschikbare gegevens over het inkomen van de ouders.
Deze studenten worden daarmee zoveel mogelijk gelijk getrokken met uitwonende studenten die nog in de reguliere opleidingsduur zitten en een aanvullende beurs ontvangen, waarvan al eerder bekend was gemaakt dat zij deze tegemoetkoming krijgen. Een voorstel om dit te regelen wordt door minister Carola Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen opgenomen in het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag 2023. Dit wetsvoorstel is op 3 juli aangeboden aan de Tweede Kamer.
Minister Schouten voor Armoedebeleid
Minister Schouten voor Armoedebeleid: “De energierekening is lager dan vorig jaar, maar nog steeds een stuk hoger dan voorheen. Mensen die al weinig hebben kunnen die prijsstijgingen niet opbrengen en kunnen in de financiële problemen komen. Dit kan ook gelden voor studenten waarvan de ouders niet kunnen bijspringen, of ze nou korter of langer studeren. Dit willen we voorkomen. Mede dankzij de inspanning van DUO is het gelukt ook deze groep studenten een eenmalige tegemoetkoming te geven voor hun energiekosten.”
Achtergrond wetsvoorstel vergoeding energiekosten
Met het wetsvoorstel Energietoeslag 2023 krijgen huishoudens die op of net boven het sociaal minimum zitten een eenmalige energietoeslag voor de hogere energiekosten. Zij krijgen dit via de gemeente, die deze huishoudens vaak al kent. Om de energietoeslag voor gemeenten uitvoerbaar te houden is er in het wetsvoorstel een aparte regeling opgenomen voor studenten.
Studenten die op 1 oktober op zichzelf wonen en een basisbeurs en een aanvullende beurs krijgen, omdat hun ouders een laag inkomen hebben, ontvangen een eenmalige tegemoetkoming van € 400,- via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Oplossing studenten die langer over hun studie doen
Studenten in de zogenaamde leenfase werden eerder met het wetsvoorstel nog niet bereikt. DUO heeft over deze groep geen aanvullende gegevens, zoals of zij uit- of thuiswonend zijn of het inkomen van hun ouders. Deze informatie is namelijk voor de toekenning van de lening niet nodig. In de nieuwe wet stelt de minister voor om de tegemoetkoming energiekosten toe te kennen op basis van de laatst beschikbare gegevens.
Als de student volgens deze gegevens vanwege het inkomen van de ouders recht had op een aanvullende beurs, krijgt hij of zij ook een eenmalige tegemoetkoming van € 400. Hierbij kan geen onderscheid worden gemaakt tussen uitwonende- en thuiswonende studenten, omdat DUO over deze gegevens niet beschikt.
Voortgang wetsvoorstel
De aanvullende regeling voor studenten in de leenfase staat in de Nota van Wijziging die samen met de beantwoording van de schriftelijke vragen rondom het wetsvoorstel vandaag aan de Tweede Kamer is gestuurd. Het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag 2023 treedt inwerking als dit is aangenomen door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Naar verwachting kan de Dienst Uitvoering Onderwijs daarna begin 2024 beginnen met uitbetalen van de eenmalige tegemoetkoming aan studenten.