Het kabinet gaat komend jaar al extra geld investeren in voorschoolse educatie. Daarmee wordt voorkomen dat gemeenten pedagogisch medewerkers in de kinderopvang volgend jaar moeten ontslaan, terwijl zij in 2019 weer nodig zijn. Bovendien kunnen gemeenten zich voorbereiden op het geven van meer taaltraining aan kinderen met een risico op een achterstand.
Volgens minister Slob (Onderwijs) is voorschoolse educatie van groot belang om alle kinderen de kans te geven om tot bloei te komen, hoe hun thuissituatie ook is. ‘Elk kind verdient de kans om zijn of haar volledige potentieel te benutten, waar diegene ook vandaan komt. Door komend jaar al extra te investeren krijgen deze kinderen het steuntje in de rug dat zij verdienen en nemen we tegelijkertijd onzekerheid bij de pedagogisch medewerkers weg’, aldus de minister.
Extra investering
Het extra geld in het Regeerakkoord voor de voorschool zou pas in 2019 beschikbaar komen, waardoor gemeenten volgend jaar minder geld hadden. Het kabinet heeft met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten besproken dat in 2018 al een investering van 40 miljoen euro wordt gedaan. In 2019 loopt dat op tot 130 miljoen extra en vanaf 2020 gaat het om structureel 170 miljoen euro. Het totale budget stijgt hiermee naar 486 miljoen euro per jaar. In de komende maanden wordt er verder overlegd over hoe het extra geld vanaf 2019 verdeeld zal worden.
In het regeerakkoord is afgesproken dat kinderen met het risico op een achterstand vanaf 2019 geen 10 uur voorschoolse educatie per week krijgen, maar 16 uur. Daarmee moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen. Gemeenten bepalen zelf welke kinderen ze extra ondersteunen, maar het gaat vooral om kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau.
Spelenderwijs taal leren
Met voorschoolse educatie krijgen peuters spelenderwijs taalles. Ze spelen spelletjes om hun woordenschat uit te breiden, oefenen hun uitspraak met liedjes en gedichtjes en oefenen veel met de pedagogische medewerkers om hun aandacht langer bij een taak of activiteit te kunnen houden. Met de extra ondersteuning krijgen de kinderen een betere kans om zich zo goed als mogelijk te ontwikkelen.