Binnenland – Daders van dierenmishandeling kunnen straks een houdverbod van maximaal tien jaar tegemoet zien, om te voorkomen dat ze opnieuw de fout ingaan. Het gaat om een zelfstandige maatregel die de rechter oplegt, waarmee dierenleed voor langere tijd kan worden voorkomen. Om dieren goed te kunnen beschermen, is snel optreden geboden. Het houdverbod kan onmiddellijk na de rechterlijke uitspraak ingaan. Zo wordt het houdverbod effectief, ook als er nog hoger beroep of cassatie volgt.
Dat is de strekking van een wetsvoorstel dat minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) op 3 oktober, mede namens minister Schouten (LNV), voor advies naar verschillende instanties heeft gestuurd. Bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak. De nieuwe regeling is een nadere uitwerking van de zogeheten Contourenbrief houdverbod met als doel de aanpak van dierenmishandeling en -verwaarlozing te versterken.
Snel en effectief optreden
Grapperhaus: ‘We moeten goed voor onze dieren zorgen. Ze verdienen aandacht en bescherming. Daarom is het belangrijk dat we zo snel en effectief mogelijk optreden als het misloopt. Dierenleed moeten we aanpakken’. Voor de bescherming van dieren moet recidive zoveel mogelijk worden beperkt. Om dat te realiseren krijgen het Openbaar Ministerie en de rechter meer armslag.
Een houdverbod is nu al mogelijk, maar alleen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Bij overtreding daarvan moet de dader weliswaar zijn volledige straf ondergaan, maar vervalt het houdverbod. In de praktijk zou dit betekenen dat een veroordeelde na het uitzitten van zijn straf opnieuw dieren kan gaan houden met alle gevolgen van dien. Daarom biedt de nieuwe, zelfstandige maatregel van de rechter uitkomst: het houdverbod blijft na een overtreding gewoon doorlopen en dieren kunnen gelijk in beslag worden genomen.
Gebiedsverbod
In het geval de veroordeelde geen eigen dieren heeft mishandeld, maar dieren in een stal, een weide of een kinderboerderij kan de rechter straks ook een gebiedsverbod als zelfstandige maatregel opleggen. Dit zorgt ervoor dat de dader niet in de buurt van dieren kan komen. Op overtreding van het houdverbod en het gebiedsverbod staat een gevangenisstraf van maximaal een jaar.
Nieuw is ook dat de officier van justitie een gedragsaanwijzing mag opleggen aan verdachten, om ervoor te zorgen dat zij tot aan de zitting geen dieren mogen houden. Juist daders van dierenmishandeling en -verwaarlozing vervallen snel in herhaling vanwege sociale en psychische problemen. De aanwijzing geldt voor 90 dagen en kan 3 keer worden verlengd. Daarmee is een houdverbod – en het toezicht daarop – ook voorafgaand aan de uitspraak in beginsel verzekerd.
Bijtincidenten
Verder bestaat al geruime tijd onrust over honden die bijtincidenten veroorzaken. Om dit tegen te gaan wordt niet alleen het ophitsen van een dier tegen een ander dier als misdrijf strafbaar gesteld, maar ook het onvoldoende terughouden van een dier dat aanvalt. Dit is een uitbreiding van de huidige wet.
Overigens is het ophitsen van een dier tegen een mens al strafbaar, maar alleen als overtreding. Dat wordt straks ook een misdrijf, vanwege de aard en de ernst van de schade die bijtincidenten kunnen veroorzaken. De maximumstraf wordt 1 jaar. Bij een verdenking van een misdrijf wordt het makkelijker om dieren in beslag te nemen (buiten heterdaad). De politie mag daarvoor straks een woning betreden.
Bedrijven, inrichtingen en locaties
Ook kan langs bestuurlijke weg in bepaalde gevallen effectiever worden opgetreden tegen mishandeling en verwaarlozing van dieren. Zo kan straks worden ingegrepen bij bedrijven, inrichtingen of locaties die het welzijn van dieren in gevaar brengen. Bijvoorbeeld bij een veehouder die de omvang van het bedrijf niet meer aankan en zijn dieren verwaarloost (te weinig voeding en verzorging). Nu kan dat alleen als sprake is van gevaar voor de gezondheid van mens en dier. Maar dat is voor een goede handhaving te beperkt, zo blijkt uit de praktijk.
Tot slot wordt het mogelijk houders van dieren een educatieve maatregel op te leggen. Zij moeten dan verplicht een cursus volgen in het verzorgen van dieren. Het gaat om houders van dieren die uit onkunde of onwetendheid hebben gehandeld en met verbetering van kennis op het juiste spoor worden gezet.