Nederland participeert voor 400 miljoen euro samen met Denemarken in een Zweeds fonds voor productie van CV90-infanteriegevechtsvoertuigen voor Oekraïne. Deze zullen voor een groot deel in Nederland worden geproduceerd. Daarnaast start in Duitsland, mede dankzij een Nederlandse vraagbundeling, een Europese assemblagelijn voor raketten van het Patriot luchtverdedigingssysteem. Verder investeert Defensie 54 miljoen euro in de Nederlandse industrie voor de ontwikkeling van drones voor de eigen krijgsmacht.
Opschalen van de productie en levering militair materieel
Deze en andere behaalde resultaten staan in een actieplan voor het opschalen van de productie en levering van militair materieel. Minister Ollongren en staatssecretaris Van der Maat van Defensie hebben, mede namens minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Bruins Slot van Buitenlandse Zaken de Tweede Kamer geïnformeerd.
De investeringen zijn nodig omdat de veiligheidssituatie in Europa door de Russische inval in Oekraïne is verslechterd. Tegelijkertijd gaat de opschaling van productie en levering van militair materieel en munitie in Nederland en Europa te langzaam en moet Europa minder afhankelijk worden.
Ander inkoopbeleid
In het actieplan schrijven de bewindslieden dat het huidige inkoopbeleid veranderd. Defensie laat het oude mantra beste product, voor de beste prijs los. De factor tijd en herkomst van het product, bij voorkeur Europees of Nederlands, gaat zwaarder meewegen. De leveringszekerheid gaat omhoog door de opbouw en uitbouw van de industriële capaciteit in Nederland.
Verder richten Defensie en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het Security Fund op. Dat helpt startups in de defensiemarkt om sneller op te schalen. In 2025 storten beide ministeries een eerste bijdrage van in totaal 25 miljoen euro in dit fonds.
Leren van het front en toepassen aan het front
Extra financiering is nodig om nieuwe technologieën te ontwikkelen. Zo moet de productie van drones sneller van de grond komen. Een krijgsmacht die binnen 5 jaar gevechtsgereed moet zijn vraagt om innovatieve en flexibele productievormen. Defensie moet de kennis uit Oekraïne direct vertalen in nieuwe toepassingen: leren van het front en toepassen aan het front.
Dialoog
De randvoorwaarden voor productie en levering, zoals Europese aanbestedingswetgeving, vergunningverlening en ruimtegebruik, zijn ingericht op vredestijd. Deze moeten daarom worden aangepast aan de vereisten van nu. Dat vergt een dialoog over het doordenken welke maatregelen nodig zijn op verschillende dreigingsniveaus. Ook de gevraagde bijdrage van iedereen om onze veiligheid te blijven waarborgen moet op de agenda blijven staan.
Samenwerking tussen bedrijfsleven en de krijgsmacht
Ook is er aandacht voor het opzetten van een nieuw publiek-privaat platform voor de defensie-industrie. Hierover zijn Defensie, het ministerie van EZK en brancheverenigingen met elkaar in gesprek. Denk hierbij aan een samenwerking zoals bij de Brainport Eindhoven. Een eerste uitwerking hiervan is de recente handelsmissie van Nederlandse bedrijven aan Oekraïne. Die had als doel om de samenwerking met Oekraïense bedrijven en de krijgsmacht te versterken.