Binnenland – Uit cijfers van het CBS blijkt dat er steeds minder gemeenten zijn die hondenbelasting heffen.Toch wordt er verwacht dat er dit jaar in 193 gemeenten zo’n 51 miljoen aan hondenbelasting wordt geïnd. dat zijn acht gemeenten minder dan vorig jaar. De bedragen verschillen per gemeente. zo wordt er in Limburg en Zeeland in ruim driekwart van de gemeenten hondenbelasting betaald, terwijl in drenthe in geen enkele gemeente hondenbelasting wordt betaald.
In maart 2011 vermelde het CBS: “Gemeenten verwachten dit jaar 58 miljoen euro aan hondenbelasting op te halen”. “De begrote opbrengst uit hondenbelasting is toegenomen van 43 miljoen euro in 2001 naar 58 miljoen euro in 2011. De belasting wordt echter wel in minder gemeenten geheven. In 2001 werd in 385 gemeenten hondenbelasting geheven, in 2011 in 296 gemeenten. Het aandeel van de gemeenten dat hondenbelasting heft is hiermee gedaald van 76 procent naar 71 procent van alle gemeenten”.
Ondanks dat er veel minder gemeenten zijn die hondenbelasting heffen, is de opbrengst niet drastisch gedaald. Blijkbaar zijn de tarieven voor hondenbelasting flink gestegen. Maar er zijn ook gemeenten die in één keer honden belasting afschaffen en gemeenten die langzaam afbouwen. Zo betaalde hondenbezitters in 2018 in de Krimpenerwaard voor de eerste hond €76,55 en voor de tweede en volgende hond €98,75 in 2019 was dat €57,40 voor de eerste hond en €74,05 voor elke volgende hond. Terwijl er in Nederlek nooit hondenbelasting werd geheven, werd dit na samenvoeging van de gemeente tot Krimpenerwaard ook in Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk ingevoerd omdat volgens de gemeente, de belastingen gelijk getrokken werden. In Den Haag is de hondenbelasting ook flink gestegen. Zo betaalde men in 2018 in Den Haag 116,28 voor de eerste hond en 182,28 voor de volgende honden. In 2019 betaalde Haagse hondenbezitters 120,12 voor de eerste hond en 188,16 voor elke volgende.
Verschillende tarieven
Ook dit jaar verschillen de tarieven sterk. Zo hebben Groningen, Den Haag en Hendrik-Ido-Ambacht de hoogste tarieven. Daar betaalt men meer dan 120 euro per hond per jaar. In de gemeente Schouwen-Duiveland betaal je als hondenbezitter 15 euro per jaar.
Er worden in sommige gemeenten waar hondenbelasting betaald moet worden, wel voorzieningen getroffen voor de hondenbezitter. In sommige gemeenten worden speciale hondenveldjes aangelegd, rijden er poepzuigers en wordt er voorzien in gratis poepzakjes en afvalbakken. Toch is niet iedereen blij met de voorzieningen. Losloopstroken liggen vaak langs drukke wegen of lopen er fietspaden doorheen, waardoor de hond niet veilig los kan lopen.
De hondenbelasting is geregeld door een wettelijke bepaling, artikel 226 van de Gemeentewet.
De opbrengst gaat naar de algemene middelen en hoeft door de gemeente dus niet te worden gebruikt voor het bestrijden of opruimen van hondenpoep. Sterker nog, de gemeente kan naast het heffen van hondenbelasting ook de plicht opleggen dat burgers de poep van hun hond opruimen.
Geschiedenis
Er wordt al sinds de middeleeuwen hondenbelasting geheven. Deze belasting werd ingevoerd om de overlast van met name van zwerfhonden te beperken en om de verspreiding van hondsdolheid tegen te gaan. In de tijd dat de hondenkar als transportmiddel werd gebruikt zag de overheid dit toen als een middel om transportbelasting te kunnen heffen. Hondenkarren werden in die tijd voornamelijk gebruikt door de armen, die zich geen paard konden veroorloven, om de kost te verdienen.
Tegenwoordig wordt gedacht dat het heffen van hondenbelasting rechtvaardig is om overlast van hondenpoep te verminderen. Onder het mom van ‘de vervuiler betaald’.
Maar er is geen direct verband tussen de heffing en de kosten die een gemeente maakt om overlast tegen te gaan. Sterker nog, in veel gemeenten waar hondenbelasting wordt geheven, geldt ook een opruimplicht, waar (soms fanatieke) handhavers op toezien en men een bekeuring krijgt wanneer men de uitwerpselen niet direct opruimt.
Acties tegen hondenbelasting
Er worden in gemeenten acties gevoerd tegen de hondenbelasting. Hondenbezitters zijn het niet eens met deze belastingen, zij voelen zich gediscrimineerd omdat zij extra moeten betalen om gaten in de begroting van gemeenten te dichten. Dit heeft niet altijd resultaat.
Gary Yanover uit het Zeeuwse Kortgene bedacht dat wanneer de wet, die het heffen van hondenbelasting mogelijk maakt, geschrapt zou worden, dit resultaat zou hebben voor heel Nederland. Vorig jaar verzamelde hij ruim 60.000 handtekeningen voor zijn Stop Hondenbelasting-petitie. Voornamelijk het feit dat veel gemeenten de hondenbezitter als melkkoe zien en er wel geld geïnd wordt, maar geen cent wordt uitgegeven aan voorzieningen voor de honden. Er is geen verplichting om hondenbelasting te heffen. Veel gemeenten kiezen er voor om de hondenbelasting te stoppen, omdat de inkomsten niet opwegen tegen de kosten voor het innen en controleren. Op 23 april vorig jaar is de petitie Stop hondenbelasting aangeboden aan de tweede kamer. Op 13 februari wordt besloten of dit burgerinitiatief wel of niet ontvankelijk is.
In november vorig jaar schreven wij al: Via zijn actie hoopt Yanover nog steeds dat er een maatschappelijk discussie over de hondenbelasting op gang komt. “Het is tijd dat mensen de waarheid horen”, aldus Yanover. “Gemeenten hebben jaren lang burgers verkeerd geïnformeerd over de hondenbelasting. Door het stoppen met het heffen daarvan zouden gemeenten hun burgers de waarheid moeten vertellen. Het heffen van de hondenbelasting wordt gebruikt om de OZB heffing te verlagen! Aangezien er relatief minder hondenbezitters in een gemeente wonen, is het eenvoudig om die burgers relatief meer te laten betalen dan burgers die geen hond bezitten. De lasten moeten eerlijker verdeeld worden.”
Hopelijk vindt men in de tweede kamer dit onderwerp belangrijk genoeg.