Vanaf de jaren zeventig is de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen aan kinderen beginnen, toegenomen. Aan deze stijging leek aan het begin van deze eeuw een einde te zijn gekomen. Vanaf 2004 bleef de gemiddelde leeftijd bij het eerste kind een tijdlang stabiel op 29,4 jaar. Vanaf 2014 is deze leeftijd echter weer verder opgeschoven.
Relatief weinig kinderen geboren
Het uitstel van het moederschap is een van de oorzaken van het relatief lage aantal kinderen dat de laatste jaren wordt geboren. In 2017 waren dat er 169 duizend, 3 duizend minder dan in 2016 en ruim duizend minder dan in 2015. Op basis van deze voorlopige cijfers is het aantal geboorten zelfs lager dan bij het vorige dieptepunt in 1983 (170 duizend). Ook het gemiddeld kindertal is verder gedaald en komt uit op 1,61 kinderen per vrouw. In 2000 was dat nog 1,72 kinderen, en in 2010 1,80 kinderen.
Vooral jonge vrouwen stellen moederschap uit
De daling van het aantal geboorten is het grootst bij jonge vrouwen. Vooral de laatste jaren hebben zij naar verhouding weinig kinderen gekregen. In 2017 werden 55 kinderen per duizend vrouwen van 20 tot 30 jaar geboren, tegenover 68 kinderen in 2010 en 73 kinderen in 2000. Ook het aantal tienermoeders daalt al jaren en komt in 2017 opnieuw lager uit. Bij vrouwen boven de 35 jaar is het aantal geboorten licht toegenomen.