Binnenland – Van 27 juli tot en met 5 augustus werden er tijdens de tuinvlindertiendaagse zo gemiddeld acht vlinders per telling opgegeven. Het aantal soorten is ook minder. Het aantal vlinders is de helft minder en het aantal soorten die gemeld zijn is met 3,5 per telling lager. De belangrijkste oorzaak is het warme en droge weer volgens de vlinderstichting.
Vlinders vliegen eerder
Vanwege het veranderde klimaat vliegen vlinders eerder. Daarom had de vlinderstichting besloten om de telling eerder te starten en vanwege het tienjarige bestaan werd er tien dagen, in plaats van 7 dagen geteld. De telling startte al op 27 juli en er werd geteld tot 5 augustus.
Koolwitje grote winnaar
Bij de bijna 10.000 tellingen bleek het koolwitje in de meerderheid te zijn. Van het groot koolwitje, zijn er nog geen 10.000 gezien.
Op de tweede plaatst staat volgens de telling het groot koolwitje. De kleine vos en de atalanta kwamen op de derde plek. De kleine vos is is vooral gezien in het noorden en noordwesten van het land.
Op de tweede plaatst staat volgens de telling het groot koolwitje. De kleine vos en de atalanta kwamen op de derde plek. De kleine vos is is vooral gezien in het noorden en noordwesten van het land.
De tien meest doorgegeven vlinders zijn in 2018:
- Klein koolwitje
- Groot koolwitje
- Atalanta
- Kleine vos
- Klein geaderd witje
- Gamma-uil
- Buxusmot
- Boomblauwtje
- Bont zandoogje
- Distelvlinder
