7.2 C
De Bilt

Zoek vaker digitaal naar sporen van seksueel geweld tegen kinderen

Binnenland – In strafzaken voor seksueel geweld tegen kinderen moet volgens Nationaal Rapporteur Seksueel Geweld tegen Kinderen Herman Bolhaar vaker gebruik worden gemaakt van digitale opsporingsmogelijkheden. ‘Drie van de tien zaken waarin iemand wordt vervolgd voor een zedendelict met een minderjarige wordt geseponeerd wegens te weinig bewijs. Een telefoon of laptop bevat veel informatie over ons leven. Daarom zouden die vaker onderzocht moeten worden om te kijken of er steunbewijs op te vinden is, zoals chatgesprekken met of over het slachtoffer.’ Vandaag publiceert de Nationaal Rapporteur de Dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2013-2017, waarin voor het eerst de hele strafrechtketen in beeld is gebracht. 
Van elke 1.000 meldingen die jaarlijks gemiddeld binnenkomen bij de politie wordt er in 480 gevallen aangifte gedaan. Dit leidt tot 138 strafzaken waaruit in 111 gevallen een veroordeling volgt. In 68 gevallen wordt er een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. In de afgelopen vijf jaar was een stijging te zien in het aantal meldingen: in 2013 waren er 2.900, in 2017 al 3.400. Toch leidde dit tot steeds minder ingeschreven zaken bij het Openbaar Ministerie (OM).

Aangifte

Na een melding bij de politie volgt in ongeveer de helft van de gevallen een informatief gesprek. Het doel van dit gesprek is onder meer om het slachtoffer of zijn ouders te informeren over het strafrechtelijke proces en de mogelijke impact daarvan. In 54 procent van de gevallen deed het slachtoffer na een informatief gesprek aangifte. Dat is aanzienlijk vaker dan de 30 procent die de Nationaal Rapporteur eerder rapporteerde over de periode 2011-2012. Bolhaar: ‘Het is belangrijk dat slachtoffers aangifte doen, maar er kunnen redenen zijn om dit niet te doen. Ik heb de politie aanbevolen om te registreren waarom slachtoffers geen aangifte willen doen en naar welke hulp slachtoffers worden doorverwezen, zodat we hier beter zicht op krijgen, en hun werkwijze daarop aan te laten sluiten.’

Vervolging en berechting

Waar de rechter in 2013 nog in ruim 800 zaken uitspraak deed, was dit in 2017 nog maar in 700 zaken. Het aandeel veroordelingen nam wel licht toe. Bovendien koos de rechter vaker voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in plaats van een taakstraf of voorwaardelijke gevangenisstraf. Ook werd vaker een tbs-maatregel opgelegd. Eén op de vijf verdachten van een zedendelict tegen een minderjarige is zelf nog minderjarig. Zaken met minderjarige verdachten komen minder vaak voor de rechter. Als dit wel gebeurt krijgen ze aanzienlijk vaker dan volwassen daders een taakstraf opgelegd.

Kinderpornografie

Het aantal meldingen van kinderpornografie is in de afgelopen jaren verzesvoudigd. Toch worden er minder kinderpornografiezaken onderzocht door de politie en het Openbaar Ministerie. Zij verklaren dat de zaken complexer worden, en dat zij daardoor met dezelfde capaciteit minder zaken kunnen onderzoeken. Bolhaar: ‘Dat vind ik zorgelijk. Kinderpornografie moet optimaal bestreden kunnen worden. Alles moet op alles worden gezet om misbruik te stoppen, slachtoffers te beschermen en daders op te sporen en te vervolgen.’ Onlangs presenteerde het ministerie van Justitie en Veiligheid de hernieuwde aanpak online seksueel kindermisbruik, waarin onder andere internetbedrijven meewerken aan het verwijderen van kinderpornografie van het openbare internet. Bolhaar: ‘Die ontwikkeling is van groot belang. Daarnaast moet de politie zich echter blijven inspannen om slachtoffers te helpen en daders op te sporen.’
bron: Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio