Sint Maarten – Genisten van de Koninklijke Landmacht grijpen de oefening Hurex op Sint Maarten aan om de infrastructuur op het eiland te toetsen, mocht er zich een nieuwe orkaan voordoen. Er wordt door de genisten onder andere gekeken naar industriële objecten. Oefening Hurex duurt van 25 tot en met 27 juni.
Hurricane Exercise (Hurex) is een jaarlijkse noodhulpoefening. De militaire commandant op de Cariben vroeg voor de editie van dit jaar aan de genisten om de industriële objecten op het eiland te analyseren en in kaart te brengen. Ook kijken de genisten naar de huidige infrastructuur op het eiland en brengen hier een rapportage over uit aan de militaire commandant. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen als de orkaan de brandstofopslag of de vuilnisbelt op het eiland raakt? Met de verzamelde informatie kunnen de lokale autoriteiten geadviseerd worden over eventuele acties die ondernomen kunnen worden in de ‘koude fase’, maar ook hoe de bestaande noodplannen kunnen worden verbeterd.
Hurex
Het doel van de oefening Hurex is om samen met de lokale autoriteiten en civiele partners procedures en samenwerking te beoefenen, om draaiboeken te verbeteren, voorbereidingen uit te bouwen en er voor te zorgen dat als er een orkaan plaatsvindt de ‘lijntjes kort zijn’.
Irma
Orkaan Irma groeide in september 2017 uit tot een storm in de zwaarste categorie en liet een spoor van vernieling achter op Sint Maarten. Militairen herstelden samen met lokale autoriteiten verbindingen en wegen, hielpen bij het evacueren van gewonden en werden ingezet om plunderingen te voorkomen en de openbare orde en veiligheid te
herstellen en handhaven. Varend en vliegend defensiematerieel leverden tonnen hulpgoederen af.
De noodhulp missie duurde van 5 september tot 28 november 2017. Op het hoogtepunt waren meer dan 600 Nederlandse militairen op Sint Maarten actief. Daarnaast ondersteunden nog eens 400 man hen vanaf schepen en de Benedenwindse eilanden. Daarvoor ontvingen zij op 21 juni jl. de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen.
bron: Ministerie van Defensie
