Wethouder Sport Gerard Slegers reikte gisteren het Veilig Sportklimaat bord uit aan Handbalvereniging (HV) Zaanstreek. HV Zaanstreek is de veertiende Zaanse sportclub die deze erkenning krijgt. Wethouder Sport Gerard Slegers: “Jullie hebben je ingezet voor een veilig sportklimaat binnen jullie club en dat vind ik geweldig. De sportvereniging moet een veilige haven zijn. Een plek waar iedereen zichzelf kan zijn. Bij HV Zaanstreek is dat het geval.”
Ronald van Lienen, voorzitter van HV Zaanstreek: “Wij zijn trots op het behalen van deze mijlpaal. We gaan ons de komende jaren inzetten om het veilig sportklimaat verder te borgen binnen onze vereniging.”
Begeleiding door Sportbedrijf
In 2018 startte de campagne om een veilig sportklimaat te stimuleren binnen alle sportverenigingen in Zaanstad. Verenigingen kunnen begeleiding krijgen door het Sportbedrijf om een veilig sportklimaat in te voeren. “Als gemeente werken we samen met het Sportbedrijf en de GGD om een veilige omgeving te creëren voor álle Zaankanters. Of dat nu op straat is, op het werk of – zoals hier – op het sportveld. Want sporten moet voor iedereen leuk én veilig zijn”, zegt wethouder Slegers.
Positief en respectvol gedrag geeft een Veilig Sportklimaat
Dat betekent onder andere dat een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) verplicht is voor trainers en vrijwilligers. Een vereniging met een veilig sportklimaat informeert en motiveert sporters, vrijwilligers en bezoekers om zich sportief, positief en respectvol te gedragen. Hierdoor kan iedereen in een prettige omgeving met plezier sporten. Het beleid besteedt aandacht aan pesten, discriminatie, intimidatie en onsportief gedrag.
Onsportief gedrag hoort hier niet thuis
Wethouder Slegers: “Sporten heeft een belangrijke sociale en maatschappelijke functie. Het brengt mensen samen, levert veel plezier op en het is goed voor de gezondheid. Onsportief of ongewenst gedrag hoort hier niet thuis en moet aangepakt worden. De afgelopen jaren hebben gemeente, Sportbedrijf Zaanstad en GGD samen met de sportverengingen belangrijke stappen gezet en meer bewustwording gecreëerd onder sporters, trainers en vrijwilligers. Maar we zijn er nog niet. Er is zeker nog ruimte voor verbetering en ik hoop dat nóg meer verenigingen hier actief mee aan de slag gaan.”