Breda – Burgemeester en wethouders van Breda laten een onderzoek doen naar de onteigening van vastgoed van Joodse Bredanaars tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een onafhankelijke historica voert het komend half jaar het onderzoek uit. Het college wil graag dat er duidelijkheid komt over wat er met het Joodse vastgoed is gebeurd tijdens en na de oorlog. Heeft de gemeente een rol gespeeld bij de gedwongen verkoop van het vastgoed en hoe heeft de gemeente zich na de oorlog opgesteld bij de teruggave van onroerend goed en woonruimte aan teruggekeerde Joodse Bredanaars?
Joods vastgoed
Nationaal Archief in Den Haag heeft een paar jaar geleden de zogenoemde Verkaufsbücher gedigitaliseerd, met daarin de administratie van de onteigeningen van Joods Vastgoed in Nederland. De interesse in het onderwerp is daarop enorm toegenomen. In meer dan 30 gemeenten werd of wordt er onderzoek naar gedaan. Ook in Breda werden er vragen over gesteld, onder meer in de gemeenteraad. Daarom gaf het college het stadsarchief de opdracht om te onderzoeken of er in de archieven antwoorden zijn te vinden op de bovenstaande vragen. Het blijkt dat er voldoende materiaal bewaard is gebleven voor een historisch onderzoek naar de onteigeningen.
Transparant zijn
Het college wil graag transparantie en duidelijkheid over het handelen van de gemeente Breda in deze kwestie, ook al gaat het om dingen die lang geleden zijn gebeurd. Duidelijkheid scheppen draagt bij aan het vertrouwen van inwoners in de overheid en de rechtsstaat.
Onderzoek
Het komend half jaar voert een onafhankelijke historica op het stadsarchief het onderzoek naar de onteigeningen uit. Zij presenteert het resultaat van haar onderzoek aan het college dat de bevindingen vervolgenszal delen met de gemeenteraad en de stad. De resultaten van het onderzoek worden ook gebruikt voor het onderzoek naar de geschiedenis van Joden in de provincie Noord-Brabant van 1900 tot 1950 van Professor Arnoud-Jan Bijsterveld van de Universiteit van Tilburg. Stadsarchief Breda neemt hieraan deel.