De gemeente Moerdijk kiest voor meer regie op de woningmarkt. Met het nieuwe Volkshuisvestingsprogramma en de vaststelling van de Huisvestingsverordening wil de gemeente zorgen voor meer betaalbare woningen, betere doorstroming en meer kansen voor inwoners met een maatschappelijke binding met Moerdijk.
De woningmarkt staat onder druk. Starters vinden moeilijk een eerste huis, senioren kunnen vaak geen volgende stap zetten en daardoor stokt de doorstroming. Met het nieuwe woonbeleid maakt de gemeente duidelijke keuzes over wat er wordt gebouwd en voor wie. Wethouder Dingemans: „De woningmarkt functioneert voor veel inwoners onvoldoende. Daarom nemen we als gemeente meer regie. We sturen op betaalbaar bouwen en zorgen dat mensen die hier wonen of gewoond hebben een eerlijke kans behouden.”
Betaalbaar wonen als uitgangspunt
In het Volkshuisvestingsprogramma is vastgelegd dat twee derde van de nieuwbouw betaalbaar moet zijn. In grotere woningbouwprojecten wordt minimaal 30 procent sociale huur gerealiseerd, aangevuld met betaalbare koopwoningen en middenhuur.
Deze verdeling moet bijdragen aan een betere doorstroming op de woningmarkt. Het woonbeleid richt zich niet alleen op nieuwbouw. Ook het beter benutten van bestaande woningen is onderdeel van de aanpak, bijvoorbeeld door woningdeling, woningsplitsing en het stimuleren van doorstroming.
Daarnaast treedt per 1 maart 2026 de Huisvestingsverordening in werking. Daarmee kan maximaal 50 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen met voorrang worden toegewezen aan woningzoekenden met een maatschappelijke binding met Moerdijk. De regeling wordt toegepast binnen de wettelijke kaders en met ruimte voor urgente doelgroepen.
Leefbare en vitale kernen in Moerdijk
Wonen gaat verder dan een woning alleen. In het Volkshuisvestingsprogramma is daarom veel aandacht voor leefbaarheid, vitale kernen en een sterke sociale basis. De gemeente werkt hierin samen met inwoners, woningcorporatie Woonkwartier, zorg- en welzijnspartners en marktpartijen. Extra aandacht is er voor ouderen en andere aandachtsgroepen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig en prettig kunnen wonen.