Den Bosch – De 16-jarige jongen uit Den Bosch die voor betrokkenheid bij de dood van de 14-jarige Savannah Dekker is gearresteerd, was door de kinderrechter uit huis geplaatst. De maatregel zou ingaan op 7 juni, dat kwam er uiteindelijk niet van omdat de jongen op 4 juni werd gearresteerd als de moordenaar van Savannah.
” De mensen zullen nu wel denken dat hij niet deugt. Maar het ligt anders”, aldus zijn advocaat. De kinderrechter heeft volgens haar zijn beslissing op advies van de Raad voor de Kinderbescherming genomen.
De jongen zou drie maanden onder toezicht worden geplaatst. Als de belangen van een kind ernstig geschaad worden kan de Raad vragen om een ondertoezichtstelling. In de meeste gevallen kan een kind thuis blijven wonen tijdens de ondertoezichtstelling. Volgens de kinderrechter was de situatie in dit geval echter zo acuut dat een normaal onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming en de gewone verzoekschriftprocedure niet afgewacht kon worden.
Volgens de advocaat heeft de kinderrechter geen contact gehad met de jongen uit Den Bosch. ,,Waarschijnlijk wordt hij volgende week gehoord”, aldus de advocaat die bevestigt dat de Bosschenaar sinds enige tijd met zijn moeder en broertje samenwoont. Volgens haar mag dit broertje wel thuis blijven.
Omdat hij sinds 4 juni is opgesloten, liet de 16-jarige jongen op 7 juni verstek gaan bij de kinderrechter. Hij werd in zijn woning aangehouden nadat Savannah dood werd gevonden. De precieze toedracht is nog niet duidelijk. De advocaat mag vanwege opgelegde beperkingen niets zeggen over deze zaak, maar wel over de zaak bij de kinderrechter.
Dat geldt ook voor zijn veroordeling op 1 juni door de kantonrechter tot een voorwaardelijke werkstraf van 50 uur met een proeftijd van twee jaar. Het ging om schoolverzuim van 23 september tot en met 3 november vorig jaar. ,,Mijn cliënt wilde en wil zijn creatieve talenten verder ontwikkelen. Hij zou een eigen bedrijf willen beginnen en dacht daarvoor de school niet nodig te hebben. Maar inmiddels wil hij wel weer naar school.”
Volgens een woordvoerster van Bureau Jeugdzorg Brabant is deze instelling sinds het vonnis op 7 juni betrokken bij deze zaak.