Als sloten en beken van een waterschap dichtgroeien, belemmert dat de aan- en afvoer van water. Dat kan voor problemen zorgen, bijvoorbeeld bij wateroverlast door hevige regenval. Daarom maait waterschap Aa en Maas de oevers van sloten en beken. Bij de belangrijkste waterlopen in hun werkgebied, de zogenaamde A-watergangen, doen zij dat zelf. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van kleinere sloten (B-watergangen) ligt bij de perceeleigenaren.
Hoe en wanneer zij de sloten maaien is nauwkeurig afgestemd op verschillende doelstellingen. De aangetrokken aannemers werken dan ook via vaste afspraken. Daarbij houdt het waterschap niet alleen rekening met de aan- en afvoerfunctie, maar ook met de waterkwaliteit en de ecologie. In het onderdeel natuurbescherming van de Omgevingswet zijn voor wat betreft de ecologie ook regels opgenomen.
Taluds maaien hoofdwatergangen door derden verboden
Helaas worden de taluds van de A-watergangen soms geklepeld of gemaaid door derden. Dit is niet toegestaan.
- Door het klepelen blijven er maairesten achter op het talud. Deze kunnen bij hoge afvoeren meestromen met het water. Hierdoor raken duikers verstopt en kan er wateroverlast optreden.
- Er kan verstoring of schade worden toegebracht aan nesten of andere soorten in de begroeiing.
Contact met district waterschap Aa en Maas
Mocht u hinder ervaren van de begroeiing op het talud van een hoofdwatergang, ga dan niet zelf aan de slag, maar neem contact op met het betreffende district van waterschap Aa en Maas.