De gemeente Leidschendam-Voorburg en Stichting Duivenvoorde gaan het komende jaar onderzoeken of het haalbaar is om extra seniorenwoningen te bouwen op het huidige terrein van de Stichting. Daarnaast wordt gekeken hoe de inrichting van de openbare ruimte te verbeteren is. Daarvoor tekenden wethouder wonen Bianca Bremer en directeur Martin Peeringa een intentieovereenkomst op woensdag 20 december.
Wethouder wonen, Bianca Bremer: “In onze gemeente is een groot tekort aan betaalbare woningen voor doorstroming van jonge gezinnen. Daarom ben ik blij dat er nu ook gekeken wordt naar een oudere doelgroep waarvan er steeds meer wonen in onze gemeente. Dat zorgt voor een betere doorstroming op de woningmarkt waardoor er ook weer woningen vrij komen voor andere doelgroepen.”
Wat wordt onderzocht?
In eerste instantie wordt onderzocht of een blok van 18 woningen en 7 garageboxen plaats kunnen maken voor 125 nieuwbouwwoningen, De gemeente vindt dat de herontwikkeling van deze locatie een goede kans van slagen heeft.
Gemeente en Stichting Duivenvoorde
Tegelijk kijken de gemeente en Stichting Duivenvoorde naar de mogelijkheden om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken en het parkeren beter op te lossen. Directeur Martin Peeringa: “We willen niet alleen nieuwe woningen bouwen, maar ook woningen die aansluiten bij de huidige en toekomstige woon- en zorgwensen. Daarbij zullen we aanhaken op de bestaande sociale infrastructuur en de warme traditie van Duivenvoorde.”
Bewoners en omgeving betrekken
De gemeente en Stichting Duivenvoorde zijn een participatietraject gestart om bewoners en buurt bij de herinrichting van de openbare ruimte te betrekken. Hiervoor was op 12 december een eerste inloopbijeenkomst georganiseerd. Mensen konden die avond hun wensen, ideeën maar ook zorgen inbrengen. De inloopbijeenkomst had veel belangstelling. De bewoners van Duivenvoorde hadden veel vragen, positieve reacties maar ook zorgen geuit. Ondanks de eventuele bouwoverlast was er begrip voor het feit dat er meer ouderenwoningen nodig zijn. Wel zijn er zorgen over het toekomstige parkeren en de bouwvolumes. Maar, zoals directeur Peeringa tijdens de bijeenkomst van 12 december vertelde: “Niets ligt nog vast”. Naar verwachting volgt in april de volgende bijeenkomst.