Het stadsbestuur investeert de komende jaren 8,7 miljoen euro extra aan wijkaanpak om de leefbaarheid in 4 specifieke actiegebieden in Den Haag verder te verbeteren. De eerste resultaten van de extra inzet zijn hoopgevend. Daarom zet de gemeente de aanpak voort.
Den Haag biedt inwoners veel kansen, maar nog niet iedereen profiteert daarvan. In sommige stadswijken staat de leefbaarheid onder druk, onder meer door achterstallig onderhoud, overbewoning, afval, onveiligheid en de kwetsbare sociale positie van inwoners.
Wijkaanpak
Om ervoor te zorgen dat onze stad tegen een stootje kan, werkt de gemeente samen met bewoners, ondernemers en wijkpartners aan een leefbare, schone en veilige stad met gelijke kansen voor iedereen.
De 4 gebieden waarvoor de gemeente extra geld heeft vrijgemaakt, zijn Kaapseplein en directe omgeving (Transvaal), Weimarstraat/Beeklaan en de Zevensprong (Regentesse- en Valkenboskwartier), Duindorp en Jan Luykenlaan/Van Baerlestraat (Moerwijk). Het gaat om 7,1 miljoen euro op basis van de afspraak in het coalitieakkoord 2022-2026 plus 1,6 miljoen euro aan eerder begroot, maar nog niet uitgevoerd werk.
Complexe uitdagingen
Door de complexe uitdagingen in deze wijken, is 2 jaar geleden gestart met de ‘Aanpak Prioritaire Gebieden’. De inzet in de jaren daarvoor leidde weliswaar tot tijdelijke verlichting, maar niet tot structureel en duurzaam herstel. Met extra en gecoördineerde inzet pakt de gemeente de oorzaken van een sterk verminderde leefbaarheid en veiligheid aan, samen met inwoners, ondernemers en wijkpartners. Kenmerken van die stevige aanpak zijn de bundeling van krachten, meerjarige inzet en uithoudingsvermogen.
Die aanpak heeft in de 4 genoemde gebieden inmiddels tot de eerste concrete en zichtbare resultaten geleid (zie de bijlage hieronder met een overzicht van een aantal belangrijke resultaten per gebied).
De gebiedsgerichte aanpak beperkt zich niet tot de 4 genoemde actiegebieden. Ook actieplan Scheveningen is al enige tijd volop in uitvoering. Actieplan Laak wordt deze week gelanceerd en in andere wijken en buurten staat de aanpak op stapel.
Niet 1 zaligmakend recept
Omdat de vraagstukken in al deze gebieden ingewikkeld zijn, en bovendien onderling sterk verschillen, zijn de oplossingen niet eenvoudig. Er bestaat niet zoiets als 1 zaligmakend recept. De nieuwe aanpak is op stoom en de gemeente vraagt zich dan ook voortdurend af: ‘Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed?’ Externe onderzoekers van Haagse Hogeschool, Movisie en Platform31 kregen opdracht beide vragen te beantwoorden. Zij constateren waardering dat de gemeente met haar aanpak nauwer aansluit bij de alledaagse werkelijkheid van bewoners.
Tegelijkertijd hangt de vraag of de goede dingen worden gedaan deels af van aan wie je het vraagt. Zo vinden veel jongeren dat er te weinig aandacht is voor hun perspectief: zij voelen zich in veel wijken onterecht geproblematiseerd. Andere betrokkenen plaatsen kanttekeningen bij de wijk als focus: voor sommige problemen is dat een te grote schaal (zoals overlast in een bepaald woningblok), voor andere problemen juist weer een te kleine schaal (zoals arbeidsmigratie en overbewoning).
Schoner en veiliger
Op de vraag of de gemeente de dingen ook goed doet, zeggen verschillende betrokkenen de eerste concrete resultaten van de aanpak in hun buurt ook echt te merken; bijvoorbeeld dat de straat schoner en veiliger is geworden, het verkeer rustiger en het winkelaanbod verbeterd.
Kritisch geluid is er ook: velen vinden dat de communicatie en de organisatie van het participatieproces beter kunnen en moeten; zij pleiten voor meer transparantie bij de keuzes die de gemeente maakt en meer durf in het betrekken van bewoners. De onderzoekers noemen dat in hun conclusies: “De verbinding leggen tussen de beleidswereld van de gemeente en de belevingswereld van bewoners en professionals”.
[Integrale handhavingsacties van gemeente, politie en tal van andere partners zijn onderdeel van de aanpak in actiegebieden om de leefbaarheid te verbeteren; hier onderzoekt de douane een pand in het gebied rondom het Kaapseplein; foto: Valerie Kuypers]