Zuid-Holland – De glastuinbouwgemeenten Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Waddinxveen en Zuidplas dringen, samen met de gemeente Zoetermeer, aan op een vergroting van de capaciteit van het geplande restwarmtenetwerk tussen de Rotterdamse haven en Leiden (Leiding over Oost). Dat staat in een brandbrief aan de gedeputeerde Energie, Han Weber, van de provincie Zuid Holland. Met deze uitbreiding kunnen de Oostlandse glastuinbouwgebieden en de (nieuwbouw)wijken op een duurzame manier van restwarmte worden voorzien en van gas loskomen.
Kleine investering groot resultaat
Door warmteleidingen met een grotere dimensionering (grotere buizen) aan te leggen dan nu door de provincie voorzien, kunnen meer woningen en glastuinbouwbedrijven van het aardgasnet worden losgekoppeld. Met name de glastuinbouw is op dit moment een grootverbruiker van gas (15% van al het Groninger gas wordt verstookt in de glastuinbouw). Met de komst van een warmteleiding kunnen de gemeenten, de provincie Zuid Holland en de glastuinbouwsector in één klap aan een belangrijk deel van hun klimaatdoelstellingen voldoen.
Aansluiting noodzakelijk
Albert Abee, wethouder duurzaamheid en glastuinbouw van de gemeente Lansingerland licht de brief toe: “We roepen de provincie Zuid-Holland op om de warmtebehoefte van ons Oostlandse glastuinbouwcluster (en onze wijken) mee te nemen in de capaciteits- en investeringsbeslissing van de ‘Leiding over Oost’. De verduurzaming en het fossielvrij maken van de sector levert namelijk een enorme bijdrage aan het behalen van de regionale en nationale klimaatdoelstellingen. Het niet aangesloten worden op dit netwerk zou daarom vanuit duurzaamheidsoogpunt onacceptabel zijn. ” De gemeenten willen op korte termijn in gesprek met de gedeputeerde over dit onderwerp.
Achtergrond
Het Oostland (Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Zuidplas, Waddinxveen) kent een groot en innovatief glastuinbouwcluster, waar veel warmte nodig is. De sector zelf is al volop bezig met de energietransitie en heeft de ambitie om in 2040 klimaatneutraal te opereren. Daarom investeert zij in lokale duurzame bronnen, zoals geothermie. Deze zullen echter onvoldoende capaciteit hebben om het hele gebied te voorzien van duurzame warmte. Daarnaast dienen de bestaande wijken in de Oostlandse gemeenten en Zoetermeer verduurzaamd te worden en kan restwarmte daar een belangrijke rol bij spelen. Daarom is er CO2-vrije restwarme uit de Rotterdamse haven nodig om de transitie naar een duurzame samenleving mogelijk te maken.
