15.5 C
De Bilt

Rekenkamer vind afvalbeleid Zwijndrecht te kostbaar en de prestaties voor het milieu blijven achter

Zwijndrecht – De Rekenkamer van Zwijndrecht heeft onderzocht of de gemeente Zwijndrecht het afvalbeleid goed uitvoert. Hoe goed is het ophalen en verwerken van het afval geregeld voor en door de inwoners? En hoeveel kost het de gemeente en de inwoners? Kortom: doet de gemeente wat ze moet doen en doet ze dat zuinig?

Stevige maatregelen nodig volgens rekenkamer

De Rekenkamer vindt dat het ophalen en verwerken van het afval in Zwijndrecht erg veel kost, dat er te weinig afval gescheiden wordt en dat inwoners nog te veel restafval aanbieden. De service voor de inwoners is wel goed. De Rekenkamer concludeert dat de gemeente Zwijndrecht stevige maatregelen moet nemen om de afgesproken doelen te kunnen bereiken.

100 Kilo restafval

Landelijk is bepaald dat over iets meer dan vier jaar elke inwoner nog maar 100 kilo restafval mag aanbieden per jaar en dat minstens driekwart van al het afval goed gescheiden is (dus in de goede bak terecht komt). Die landelijk bepaalde doelstellingen zijn nog ver buiten bereik; op dit moment bieden de inwoners van Zwijndrecht nog gemiddeld ruim meer dan 200 kilo restafval per persoon aan.

Hierdoor hoort Zwijndrecht tot de slechtst scorende gemeenten van Nederland. Terwijl de kosten voor het afval voor de gemeente en de afvalstoffenheffing voor de inwoners in Zwijndrecht hoog is. Deels komt dat door gemaakte keuzes, zoals het kwijtschelden van betaling van de afvalstoffenheffing voor relatief veel inwoners. Maar ook de hoge kosten van de samenwerking met HVC spelen een rol. Zwijndrecht heeft nog niet vastgesteld hoe ze het afvalbeleid vanaf 2021 wil gaan vormgeven: hoe gaat de gemeente het voor elkaar krijgen dat in 2025 wél iedere inwoner maximaal 100 kilo restafval heeft per jaar en dat minstens driekwart van het afval door de inwoners gescheiden aangeboden wordt? 

Remmende werking

Het onderzoek van de Rekenkamer richt zich op de periode vanaf 2015, het moment waarop het huidig beleid is vastgesteld. Maar het afvalbeleid van Zwijndrecht kent ook een verleden. En in dat verleden (rond 2000) lagen er andere argumenten ten grondslag aan het beleid, zoals de Arbo-omstandigheden en de zogenaamde “75-meter norm” waarbinnen iedere inwoner zijn of haar afval zou moeten kunnen aanbieden. Nu is die norm 300 meter. Dat maakte dat er in het verleden een forse investering in ondergrondse containers is gedaan. Deze containers zijn aanwezig en brengen nu nog steeds hoge(re) lasten met zich mee dan het inzamelen in kleine containers. De voortvarendheid in het verleden zorgt nu als het ware voor een remmende werking.

Inwoners wel tevreden

Die ‘remmende voorsprong’ doet echter niets af aan wat er moet gaan veranderen: de milieuprestaties moeten omhoog en de kosten zijn al relatief erg hoog. De inwoners van Zwijndrecht zijn, ondanks de hoge afvalstoffenheffing, wel tevreden. Dat is ook te verklaren: de service is hoog. Een hoge service op restafval verklaart ook deels de hoge kosten en het teveel aan restafval.

De Rekenkamer doet een aantal concrete aanbevelingen om de kosten voor het afvalbeleid te drukken en de milieuprestaties beter te maken. Het rapport is op 13 oktober gepresenteerd aan de gemeenteraad van Zwijndrecht.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Nieuws uit deze regio