De gemeente Krimpen aan den IJssel zou betere afspraken moeten maken met organisaties die subsidie ontvangen. Dit blijkt uit een onderzoek van de rekenkamer over prestatiesturing van de gemeente bij subsidieverlening. Hoewel de gemeente de basis op orde heeft, is er nog veel ruimte voor verbetering, concludeert de Rekenkamer Krimpen aan den IJssel in haar rapport ‘Verantwoorde afspraken’.
Onderzoek Rekenkamer Krimpen
Krimpen aan den IJssel laat, net als andere gemeenten, veel van haar taken uitvoeren door andere organisaties. Het gaat dan om maatschappelijke taken zoals het verlenen van bepaalde soorten zorg, kunst en cultuur en sportactiviteiten. Gemeenten kunnen dit soort dienstverlening inkopen, maar ze kunnen er ook voor kiezen om een subsidie te verlenen aan organisaties die deze taken uitvoeren. In beide gevallen is het belangrijk duidelijke afspraken te maken over welke prestaties de gemeente van de uitvoerende organisatie verwacht. De Rekenkamer Krimpen aan den IJssel heeft onderzoek gedaan naar prestatiesturing van de gemeente bij subsidieverlening en concludeert dat de wettelijke basis goed zit, maar dat er ook nog veel verbeterd kan worden.
Maatschappelijke taken
De rekenkamer heeft in haar onderzoek gekeken naar drie organisaties die een subsidie ontvangen van de gemeente Krimpen aan den IJssel voor het vervullen van maatschappelijke taken: het Streekmuseum Krimpenerwaard, jeugdhulporganisatie Enver, en sport- en cultuurstichting Synerkri. De subsidies van deze organisaties stond niet ter discussie: het onderzoek ging over hoe de gemeente subsidieafspraken vormgeeft en hoe de gemeente bewaakt dat die afspraken ook worden uitgevoerd. De gemeente geeft jaarlijks bijna € 7,7 miljoen uit aan dit soort subsidies en deze drie organisaties samen vertegenwoordigen 30% van dat budget.
Sturing op prestaties
Uit het onderzoek bleek dat de afspraken met de drie organisaties niet duidelijk genoeg waren uitgewerkt. Er waren in veel gevallen geen heldere afspraken over welke prestaties de organisaties precies zouden leveren en evenmin over hoe de organisaties aan het eind van het jaar verantwoording zouden afleggen. Zo ontving het Streekmuseum onder andere subsidie voor het registreren, inventariseren en afstoten van een deel van de museumcollectie, maar waren er geen afspraken over hoeveel items uit de collectie per jaar verwerkt zouden worden of wanneer deze klus klaar zou zijn.
Doordat dit soort afspraken ontbraken, was het moeilijk voor de gemeente om te controleren of ze wel waar voor hun geld kregen. De rekenkamer raadt daarom aan om in de toekomst heldere afspraken te maken over de prestaties die verwacht worden en welke gegevens de organisatie moet aanleveren. “Waardering, interesse en betrokkenheid kunnen heel goed gelijk opgaan met prestatieafspraken, monitoring en duidelijkheid over consequenties als afspraken niet voldoende worden nagekomen,” schrijft rekenkamerdirecteur Marjolein van Asselt in haar voorwoord.
Accountantsverklaring
Een ander verbeterpunt dat de rekenkamer aandraagt, betreft de accountantsverklaring. De gemeente eist al dat alle organisaties die € 50.000 of meer subsidie ontvangen, een accountantsverklaring bij hun jaarrekening voegen. Er bestaan echter meerdere soorten accountantsverklaringen en alleen een controleverklaring geeft zekerheid dat de gegevens uit de jaarrekening kloppen. De gemeente zou er dus goed aan doen om specifiek te vragen om zo’n controleverklaring. Zo leverde Synerkri de afgelopen jaren een andere soort accountantsverklaring aan, die minder zekerheid biedt.
Klachtenafhandeling en klanttevredenheid
De laatste aanbeveling die de rekenkamer de gemeente meegeeft, gaat over het duidelijk vastleggen hoe organisaties om moeten gaan met klachten en incidenten. Ook is het belangrijk dat er regelmatig klanttevredenheidsonderzoek wordt gedaan. Samen met een aantal andere organisaties verzorgt Enver opvoed- en opgroeiondersteuning en schoolmaatschappelijk werk voor de gemeente Krimpen. Zaken als hoe snel klachten worden opgepakt, zijn erg belangrijk voor de kwaliteit van dit soort dienstverlening. Daarom is het van belang dat er in de overeenkomst met Enver en soortgelijke organisaties hierover duidelijke afspraken gemaakt worden, aldus de rekenkamer.
Zo’n accountantsverklaring is natuurlijk leuk, maar kost ook geld. Ik stel mij zo voor, dat een echte controleverklaring aardig wat zal kosten. Dan is het jammer, dat het geld van zo’n organisatie toch weer naar een commerciële partij gaat. Het lijkt mij beter om de ‘controlemogelijkheid’ in te bouwen in het hebben van een goede en vertrouwelijke relatie met de gesubsidieerde organisatie.